Dat zei Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet dinsdag na een overlegje met de fractievoorzitters, waarbij Geert Wilders (PVV) niet aanwezig was. Hij had geen zin in een „onzindiscussie.”

Aanleiding voor het beraad waren de algemene beschouwingen van vorige week waarin Wilders PvdA-leider Job Cohen een bedrijfspoedel noemde en de dag erna met premier Mark Rutte botste in een ’doe-eens-normaal’-debatje.

Volgens Verbeet is een wijziging van het reglement van orde van de Kamer niet nodig. „We gaan de volgende keer proberen het anders te doen, dat is afgesproken. Nieuwe ronde, nieuwe kansen”, aldus Verbeet. Volgens haar was er steun voor haar optreden in het 2 dagen durende debat.

De felle aanvaringen rond Wilders in het debat leidden tot veel negatieve reacties van burgers. Er was ook kritiek, onder meer van oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas, dat Verbeet eerder en harder had moeten ingrijpen.

Volgens het reglement van orde van de Kamer (artikelen 58 t/m 62) kan de voorzitter een Kamerlid of een bewindspersoon vermanen en vragen beledigende uitdrukkingen terug te nemen. Doet hij dat niet, dan kan de voorzitter de spreker het woord ontnemen en zelfs uitsluiten van de vergadering. De Kamervoorzitter kan die stappen op eigen gezag nemen.