De reis ging uit van hulporganisatie ZOA in het kader van de campagne Wees Eerlijk. Maar Driestarleerlinge Adrianne kon niet zomaar mee; daar moest ze flink wat voor doen.

Om kans te maken op de reis heeft ze naar 275 bedrijven een mailtje gestuurd met de vraag of ze ZOA wilden sponsoren. Ook ging ze langs bij vrienden, kennissen, studentenhuizen en bejaardentehuizen om geld in te zamelen. Met resultaat. „Ik heb in vier weken tijd 3000 euro opgehaald.”

Zelfs toen was Adrianne er nog niet. Ze moest officieel bij ZOA solliciteren om mee te kunnen. Veel leerlingen vielen daarbij af; Adrianne niet.

Confronterend

Op 21 mei vertrok ze met zeven andere leerlingen naar Uganda. „We hebben daar zo veel gezien. Grote spinnen die je kamer binnenwandelen en op je toilettas gaan zitten. Slangen. Schorpioenen. Koude douches, uitvallend stroom. Een menu van kippenorganen. Nijlpaarden.”

Het maakte haar beschaamd om te zien hoe blij de Ugandezen kunnen zijn met kleine dingen. „Als we een school bezochten, waren de kinderen dolblij met de cadeautjes die we meebrachten. Soms renden ze met de hele school achter een ballon aan.”

Wat echter de meeste indruk maakte op Adrianne was het persoonlijk contact met de Ugandezen. „Voor het project moesten we allemaal een individueel interview doen. Ik heb een meisje van 15 geïnterviewd. Ik vroeg haar onder meer waar haar ouders waren. Toen begon ze heel erg te huilen. Ze had geen vader en moeder meer en moest samen met haar broertjes en zusjes voor zichzelf zorgen. Aan het eind van het gesprek vroeg ze: Heb je nog hoop voor mij? Dat vond ik zo confronterend.”

Armoede

Ze zag veel moeilijke dingen. „In de sloppenwijken zaten kinderen zonder kleren met opgezwollen buikjes aan een maiskolf te kluiven waar de mais al vanaf was. Ondervoed en gedumpt door hun ouder die ook niets hebben. En dan zitten wij te miepen over het eten dat we in Nederland op ons bord krijgen. We zijn zo ontzettend verwend. Ik dacht: waarom heeft God hen hier geplaatst en mij in de rijke westerse wereld? Waarom leef ik een normaal leven en zij niet? Waarom ben ik in een veilig gezin opgegroeid en leven zij zonder ouders?”

Het zien van echte armoede heeft de tiener veranderd. „Ik laat nu de kraan niet langer open dan het nodig is. Ik eet mijn eten gewoon op. En als iemand op school zijn brood weggooit of zegt dat-ie het niet lust, raakt mij dat. Ik heb gezien wat het is om geen eten te hebben.”

Hoewel het confronterend was om twee weken lang in een arm Afrikaans land als Uganda door te brengen, is Adrianne blij dat ze de kans kreeg om met ZOA mee te gaan. Het was een bijzondere ervaring, vindt ze. Een verrijking. „Wat me het meest bij zal blijven, is het interview met het meisje. Omdat ze aan mij vroeg of ik nog hoop voor haar had.”