Geduld. Dat is het sleutelwoord bij sportvissen. Wachten op die ene aanbeet, die ene grote vis. Honderden vissers werpen vandaag een hengel uit op Nationale Hengeldag 2012. Vooral het aantal jongeren is explosief gestegen de laatste jaren, aldus Sportvisserij Nederland, die de verplichte vispassen uitgeeft.

Beet

Ongeduldige mensen moeten volgens Adriaan van Veldhuizen (16) uit Achterberg niet aan deze hobby beginnen. Hij kauwt op een grasspriet en ziet zijn broer Harmen (14) opnieuw ingooien. „Als de vis niet wil bijten, moet je andere dingen gaan proberen, zoals het aas verwisselen. Wormen in plaats van maden bijvoorbeeld.”

Direct staat hij op, want zijn 12-jarige broertje Rick heeft beet. „Volgens mij zit er vis aan”, roept die over zijn schouder naar zijn broer. Adriaan weet wat hij moet doen: schepnet pakken, andere hengels wegleggen en bij de waterkant gaan staan.

Inderaad is al snel een zilverachtige gloed te zien onder water. „Brasem”, oordeelt Adriaan. Rick is er zichtbaar blij mee. „Dat is snel hè? Had ik niet verwacht.” Voorzichtig legt hij de vis op een onthaakmat en haalt met een snelle beweging de haak uit de bek. Zou dat geen pijn doen? Volgens Adriaan niet. „Zo’n vis heeft weinig gevoel en al helemaal niet in de bek.”

Bart (11) komt met een meetlint aanlopen. Na het dier te hebben opgemeten –48 centimeter groot– zet Rick hem weer terug. Het heldere water sluit zich om de vis, een forse staartslag en weg is-ie. „Dat is één”, zegt Rick terwijl hij zijn handen afveegt. De brasem heeft hier en daar wat slijm achtergelaten. Vandaar zijn niet zo fraaie bijnaam ”slijmjurk”.

Feedermethode

Vissen kan op allerlei manieren. Met een vaste stok en een dobbertje op stilstaand water bijvoorbeeld. Moeilijker wordt het op stromend water, zoals hier in de Grift. Daarom kiezen Adriaan en zijn broers voor de feeder­methode.

„Met feederen maak je een korfje aan de lijn vast. Daaronder komt nog zo’n 40 centimeter draad met daaraan de haak. Op de haak doe je aas, bijvoorbeeld maden. In het korfje, dat onder water vlak bij de haak ligt, zit lokvoer. Daar komt de vis op af en als het goed is pakt hij ook het aas mee.” Aldus de theorie. En het werkt, want in amper twee uur tijd tillen de gebroeders drie flinke vissen uit het water. Twee brasems en een best wel zeldzame én sterke winde van 51 centimeter.

Slang

Al snel blijkt dat de jongens oog hebben voor het natuurschoon. Ze vissen aan de rand van natuurpark de Blauwe Kamer in Wageningen. „Net zag ik een slang het water in glijden”, vertelt Rick laconiek. Slik... een slang? Heb blijkt een ringslang te zijn. Hij wijst naar de overkant. „Tussen die twee bomen zit iets roods. Dat is een wilde fazant. Mooi hè? En iets verder zit een fuut op z’n nest.”

Ook een koppel grauwe ganzen trekt de aandacht van de jongens. „We kijken graag naar vogels”, aldus Adriaan. Dat kan mooi samen gaan, hè.” Maar je moet toch steeds naar je hengeltop turen? Want die gaat heen en weer als een vis zich meldt. „Dat hoeft niet steeds hoor, al moet je natuurlijk wel blijven opletten. Anders zit je hier misschien voor niets.”