„Fasten your seatbelts, please.” De landing komt er aan! Tja, toen werd het echt menens. Toen ik zaterdag in Engeland uit het vliegtuig stapte, dacht ik nog even: Zal ik toch maar niet gelijk een enkeltje naar Nederland nemen? Daar sta je dan met je koffer en al je spullen op een vreemde luchthaven…
Ik moest nog aardig wat uurtjes in de bus doorbrengen, dus liep ik maar eerst eens richting een informatiepunt. „Can you tell me the way to the busstation?” Dit konden ze inderdaad, maar of ik het allemaal even makkelijk verstond…
Hoe het ook zij, uiteindelijk ben ik er toch gekomen. Gelukkig was ik niet vergeten dat ik bij London Victoria uit moest stappen. Ik stak dan ook vlug mijn hand op toen de buschauffeur de naam van deze halte omriep. Hij pakte mijn koffer onder uit de bus en zei me vriendelijk gedag.
Ik had geen idee waar ik naar toe moest, dus vroeg ik het maar aan de chauffeur. „Where can I change to Chippenham?” De chauffeur begon hard te lachen. Ik vroeg me af wat ik verkeerd had gezegd. Daar kwam ik dus snel achter: ik moest nog één halte verder mee naar Victoria busstation! En zo ging mijn koffer weer terug onder in de bus. Alle passagiers hadden grote schik en ook de chauffeur bleef lachen.
Om half acht ’s avonds stapte ik bij mijn gastgezin naar binnen. Het zijn erg aardige mensen. Op zondag gingen we naar een kerk. Er waren in totaal twintig mensen. Dat is wat minder dan we meestal in Nederland gewend zijn. Vooral veel oudere mensen bezochten de dienst. Ze vonden het heel bijzonder dat een Hollands meisje bij hen in de kerk was. Iedereen kwam dan ook naar me toe en vroegen van alles. Ik begreep helaas lang niet alles, maar ze zeggen hier toch al snel dat je perfect Engels spreekt… En als je vriendelijk knikt, is het ook al goed. Maar of dit op school ook zo zal lukken?
Bye!