„Heb ik de Bijbel lief?” Deze vraag kwam in mij op toen ik maandagmorgen zat te lezen in het dagboek van Henry Martin. Hij schrijft over zijn omgang met Gods Woord dat hij wel eens merkte liever boeken over de Bijbel te lezen dan de Bijbel zelf. Wanneer hij dit merkte, legde hij ze weg, om zich des te meer in die Bijbel te verdiepen.

Duizelingwekkend werd het mij toen ik naar aanleiding daarvan erover na ging denken. Ik kan wel vaker niet verder lezen wanneer ik zulke stof te pakken heb, maar moet dan mijmeren en bidden: Hij die de miljoenen sterren tot bestaan heeft geroepen; de miljoenen melkwegstelsels met ieder alweer miljoenen sterren; Hij knoopt met mij, stofje in Garderen, een persoonlijke relatie aan. Ik ben voor Hem geen nummer. Hij spreekt tot mij, zo persoonlijk alsof de Bijbel alleen voor mij was geschreven. Hij maakt in Zijn Woord Zichzelf aan mij bekend en legt heel eerlijk Zijn hart voor mij open. Hij vertelt mij hoe Hij over mij denkt en wat Hij van mij wil. Hij wijst mij de weg tot het ware geluk aan. Hij bewijst Zijn zorg voor mijn behoud door mij die Bijbel in handen te geven.

Gisteren verdiepte ik mij (tussen alle andere bezigheden door) in ”Nothing but the Truth”, een boek over de Bijbel, waarin op een voor mij weergaloos indrukwekkende manier uit de doeken wordt gedaan hoe we dat oude boek uit Israël moeten gebruiken. Velen zien de Heilige Schrift als een bundel oudoosterse literatuur, niet meer dan menselijk. Weliswaar van bijna ongeëvenaarde schoonheid en wijsheid, maar toch: een menselijke reactie op wat God heeft gedaan. Of zelfs dat niet eens: alleen een religieuze expressie van begaafde mensen in het oude Israël, waaraan wezenlijk geen meerwaarde is te hechten boven welk ander fictieboek ook.

Toen ging ik de bejaardenmiddag voorbereiden, over Nehemia 2, waarin zo indrukwekkend naar voren komt dat Nehemia een persoonlijke band had met „de God van de hemel”, zoals hij Hem meermalen noemt. Alweer: duizelingwekkend dat de God van de hemel mij ziet, mij kent, mij bemint en mij adopteert als Zijn kind.

Tegen de avond kwam ik in de Studiebijbel de volgende opmerking tegen: Het verkrijgen van een overzicht is belangrijk, want alleen van hieruit kun je de betekenis van afzonderlijke verzen goed plaatsen. Sekten en ketters ontstaan doorgaans daar, waar men bepaalde Bijbelverzen bijzonder benadrukt en hierop, los van de rest van de Bijbel, een hele theologie baseert. Lees het hele Bijbelboek, zo mogelijk achter elkaar. Dit klinkt misschien vanzelfsprekend, maar is het niet. Sommige christenen besteden veel tijd aan het lezen van boeken over de Bijbel in plaats van het lezen van de Bijbeltekst zelf. U zult verbaasd staan wat u gaat zien wanneer u dit doet. Lees aan één stuk door en let niet op hoofdstukindelingen. Deze zijn later toegevoegd. Het gaat erom de rode draad van de schrijver te ontdekken. Elke keer dat u het boek op deze wijze geheel doorleest, ontdekt u nieuwe dingen en het overzicht wordt steeds duidelijker. Lees vooral zonder commentaren of zelfs zonder eigen notities. U valt dan te snel terug in oude patronen of opvattingen van anderen. En ten tweede lees biddend. Vraag de Heere uw hart en uw ogen te openen om Zijn woorden te verstaan en Zijn wonderen te zien.

Dingen grepen in elkaar: Henry Martins notities, het boek ”Nothing but the Truth”, de aanwijzing hoe de Bijbel te bestuderen. En vandaar dus: „Heb ik de Bijbel lief?”

Garderen, ds. W. Pieters.