Je agenda staat van maandag tot en met zaterdag vol, maar de zondag is voor de kerk gereserveerd. Prima toch? Nee, vinden Wouter (18), Jan (17) en Mariska (16). Bij een gemeente horen, betekent net ietsje meer. Jan: „Je moet kiezen voor de kerk.”
Ja, ze kijken wel eens over kerkmuren heen. Wouter Stolk en Jan van Putten knikken in elkaars richting. „We gaan met elkaar mee naar de kerk.” Wouter is hersteld hervormd, Jan christelijk gereformeerd. Jan: „Er zit niet veel verschil in wat er in beide kerken wordt gepreekt.” Ook Mariska van der Heiden -lid van een hervormde gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)- heeft vrienden in andere kerkverbanden. Openhartig: „Over sommige dingen denken we verschillend, maar over één ding zijn we het eens: we geloven in dezelfde God en het doel van ons leven is leven zoals God het wil.”
Het is duidelijk. De drie jongeren belanden zo nu en dan aan de andere kant van de kerkmuren. Maar shoppen? Bewust van de ene naar de andere kerk hoppen? Want ja, dáár zingen ze opwekkingsliederen. En bij díé dominee hapt de preek wat gemakkelijker weg. Dat is wat anders, vinden ze.
Mariska, Jan en Wouter kennen alle drie wel leeftijdsgenoten die ergens anders neuzen. „Waarom zou je zoiets doen?” vraagt Wouter zich af. „Om te zoeken naar wat het beste bij je past?” Ze willen het eenvoudiger, is de ervaring van Mariska. „Zodat ze niet over de preek na hoeven te denken. Maar is diepgang niet juist beter?” Bij een kerk horen is belangrijk, vindt de blonde zestienjarige. „Iedereen heeft zijn eigen inbreng. En mensen kunnen je erop aanspreken als je niet komt.”
Hoe zit het eigenlijk met hun betrokkenheid bij de gemeente? Jan hoort bij een kleine gemeente. „Je kent elkaar goed.” Hij gaat naar de jeugdvereniging en neemt deel aan de preekbespreking. Wouter bekent dat hij in zijn gemeente niet overal bij is. Wel vindt hij het belangrijk om ergens bij te horen. „Je kunt ook betrokken zijn zonder aan alle activiteiten mee te doen.”
Mariska: „Ik doe veel. Hoe meer mensen er zijn, hoe gezelliger het allemaal is. En jongeren zijn ook deel van de kerk.” Ze somt op: jeugdvereniging, open jeugdwerk, bijbelkring voor jongeren, preekbespreking. „En catechisatie natuurlijk.”
Jan: „Je moet er zelf voor kiezen.”
Worden ze van de andere kant genoeg bij de kerk betrokken? „Goede vraag”, vindt Wouter. „Dat mag best wat meer zijn, denk ik. Een dominee moet niet steeds bij hetzelfde blijven en vragen: Waar zat je zaterdagavond? Er zijn ook jongeren die zich niet in het café thuis voelen.”
Jan: „Onze dominee preekte pas over de dwaze maagden. Dat waren geen feestbeesten maar oppassende kerkgangers. Bij ons is er ruimte voor vragen, bijvoorbeeld tijdens de preekbespreking.”
Mariska: „De dominee probeert de jongeren in de preek te raken door bijvoorbeeld actuele gebeurtenissen aan te halen. En hij past de Bijbel toe op de tijd van nu. Verder zegt hij altijd dat we kunnen e-mailen als er iets is; een probleem of zo. Ik hoor om me heen dat daar gebruik van wordt gemaakt. Het is belangrijk om in contact te komen met je dominee zonder dat anderen het weten. Tijdens catechisatie durven ze niet.”
Wouter is hersteld hervormd, Mariska is lid van een hervormde gemeente. Ze weten dat er in het afgelopen jaar veel is gediscussieerd over al dan niet weggaan uit de PKN. En hebben daar ook een mening over. „De manier waarop het gebeurde, was van beide kanten niet altijd even goed. En áls je twee kanten opgaat, blijf elkaar dan aankijken”, zegt Wouter een beetje verontwaardigd. „Dat geldt voor beide kanten, hoor.”
Mariska: „Ik vind het erg om te zien hoe mensen met elkaar omgaan. Juist in de kerk hoort dat niet zo te zijn.”