Ds. W.J.C. van Blijderveen van de hersteld hervormde gemeente van Stolwijk en Moerkapelle reageert: "Een mooie en tegelijk ook lastige vraag. Wij mogen onszelf liefhebben. Misschien moet ik zelfs zeggen: wij moeten elkaar liefhebben. In de wet keert dat telkens weer terug als een gebod dat ik mijn naaste moet liefhebben als mijzelf.
De wet van de liefde kent een driehoeksverhouding. De bovenste punt is God. De basis, de onderzijde van die driehoek kent twee punten op gelijk niveau: mijn naaste en ik. Het liefhebben van onszelf is het liefhebben van ons leven en dat wat God mij in mijn leven schenkt.
Zoals het liefhebben van de naaste de erkenning is dat die naaste Gods schepsel is – geschapen naar Gods beeld – zo mag ik mijzelf aanvaarden."
Niet waardeloos
"Mijzelf liefhebben is de aanvaarding dat ik voor God niet waardeloos ben, maar zoveel waarde heb dat God mij in Zijn genadeverbond tot Zijn kind en erfgenaam aanneemt. Het is ook de aanvaarding van Gods liefde voor de wereld, die zover reikt dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft zal leven."
Wel dankbaar
"Wij mogen de gaven die God ons geeft erkennen en gebruiken tot Gods eer en tot heil van de naaste. Echte liefde voor onszelf betekent dat ik door het geloof erken dat God mij liefheeft. En dat ik daarom mijzelf mag liefhebben met alles wat God mij geeft. Het is in zekere zin ook een uiting van dankbaarheid voor Gods gaven en van eerbied voor Gods schepping. Als we onszelf trouwens verwaarlozen dan kunnen we voor de naaste ook niets betekenen."
Geen tegenstelling
"Het mishagen aan onszelf raakt ons leven zoals dat vanuit onszelf is. Het raakt ons vlees, ons zondige bestaan dat gekruisigd moet worden. Het raakt dat wat ik met Gods gaven gedaan heb. Maar dat zet geen streep door Gods gaven als zodanig!"
tekst Leo de Kluijver en beeld ANP en W.J.C. van Blijderveen