Als Bina in een grote zaal haar verjaardag zou vieren met de mensen die ze kent zou het een „divers gezelschap worden”, zegt ze. „Mensen die elkaar in het dagelijks leven niet ontmoeten, zouden ineens oog in oog staan. Het zou interessant zijn om te zien wat er dan gebeurt.”

Interessant, omdat mensen volgens Bina liever omgaan met gelijkgestemden. „Dat voelt prettig en veilig, maar als je een diverse groep hebt, kun je gebruikmaken van meer soorten verhalen en ervaringen. Diverse teams komen met betere oplossingen.” 

Dat maakt diversiteit nog niet per se leuk. „Er ontstaan discussies, het kan schuren, persoonlijk worden. Maar het betekent gelukkig niet dat je elkaar niet meer aardig kunt vinden.” 

Sinds juni ben jij –een rooms-katholieke, zwarte vrouw– voorzitter van CU-jongerenorganisatie PerspectieF. Bijzonder?

„Nooit eerder was de voorzitter niet wit. Nooit eerder rooms-katholiek. En het is lang geleden dat er een vrouw aan het roer stond. Maar ik wist dat ik het voorzitterschap zou aankunnen. Dus solliciteerde ik.”

Hoe is het voor jou om bevraagd te worden op je huidskleur en geslacht?

„Eerlijk gezegd wat ongemakkelijk. Je kunt mensen toch niet reduceren tot een aantal eigenschappen? Ik ben een zwarte vrouw, maar ik heb ook hobby’s, vrienden en vind thema’s belangrijk. Ook dáár praat ik graag over.”

Culturele diversiteit en inclusiviteit worden hét speerpunt van PerspectieF. Waar hebben we het dan precies over?

„Nederland telt steeds meer christelijke migranten. Maar zij weten onze partij niet altijd te vinden. Binnen de CU hebben ze nauwelijks politieke functies. Daarom hebben de leden van PerspectieF besloten dat culturele diversiteit en inclusie een speerpunt moeten worden. Soms vragen mensen zich af of er een verband is tussen het speerpunt en mijn benoeming. Ik zie dat niet zo.”

In wat voor gezin ben je opgegroeid?

„Mijn ouders vertrokken van Curaçao naar Nederland om te studeren. Ze zijn hier blijven wonen. Mijn vader heeft zich vanuit een arm gezin opgewerkt door veel te studeren en keihard te werken. Mijn moeder is een ontspannen, gelovig rooms-katholieke vrouw. Geloof is voor haar niet alleen een overtuiging, het is haar leven. Als we samen een uur in de auto zitten, zit ze gerust de hele rit te bidden. Als ze elke dag naar de kerk kan, doet ze dat.”

Wat leerde je van je ouders?

„Het harde werken heb ik van mijn vader. Als ik vijf minuten niks doe, bedenk ik welke dingen van het to-dolijstje dat in mijn hoofd zit ik had kunnen doen. Mijn moeder gaf mij het geloof mee als houvast.”

Maak je deel uit van een kerk of geloofsgemeenschap?

„Ik ben en blijf ingeschreven bij de Rooms-Katholieke Kerk. Daar ervaar ik rust, stilte, heiligheid en kom ik heel dicht bij God. Maar ik kerk ook regelmatig elders. In evangelische gemeenten vier ik God, ik prijs Hem en eer Hem. In de PKN leer ik uit het Woord Wie God is. Ik heb ook weleens op de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi een preek van een dominee gehoord. Die was heel lang en diepgaand. Mooi om te zien hoe verschillend mensen God ervaren.”

Waarom doe je aan politiek?

„Ik ben maatschappelijk betrokken. Nu in de vorm van politiek. Ik vind het belangrijk dat als je ziet dat er geen recht wordt gedaan, mensen niet gehoord worden of er iets niet klopt, je daar iets mee doet. Nu betalen jongeren de prijs van een aantal grote maatschappelijke problemen.”

Wat bedoel je?

„Jongeren kunnen geen huis kopen, geen huurwoning vinden. Ze bouwen een forse studieschuld op. Ze betalen straks de rekening van de klimaatverandering. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Juist daarom is het belangrijk dat jongeren zitten op de plekken waar de besluiten vallen.”

Hoe zou jij als PerspectieF-voorzitter herinnerd willen worden?

„We hebben in de organisatie mensen met talent. Jongeren die ergens in geloven. Ik wil hen activeren. Zodat we niet alleen de luis in de pels van de ChristenUnie zijn, maar ook daadwerkelijk bijdragen aan wat de partij doet. En jonge, talentvolle politici afleveren.”

Zien we je na de verkiezingen op de blauwe zetels in de Tweede Kamer?

„Ik sta veertiende op de lijst. In theorie zou ik in de Kamer kunnen komen als bijvoorbeeld jongeren, of rooms-katholieken, massaal op me stemmen. Ik zou zeer vereerd zijn. God weet of het Zijn plan is met mijn leven. Ik ga in elk geval keihard campagne voeren.”

 

 

 

Arien van Ginkel