Tieners groeien op in een wereld waarin ”netwerkend individualisme” de sleutel naar succes is. Wie massale aandacht blijvend op zichzelf weet te richten, heeft het gemaakt. Zien en gezien worden, daar draait het om. Hoog tijd om jongeren bewust te maken van het Bijbelse begrip ”koinonia” (Grieks voor ”gemeenschap”). Want bij gemeenschap oefenen gaat het om echt contact.

Youtube

Eind januari kwam het ”Social media onderzoek 2018” van onderzoeksbureau Newcom uit. Hieruit blijkt dat het sociale­medialandschap aan verandering onderhevig is. WhatsApp groeide uit tot een groter platform dan Facebook en YouTube. Waar Facebook onder jongeren tot 20 jaar terrein verloor, groeide Instagram in Nederland naar ruim 4,1 miljoen gebruikers. Jongeren maken daarnaast graag gebruik van Snapchat en YouTube. Per dag kijken 2,2 miljoen Nederlanders naar filmpjes op YouTube.

Onlineaandacht moet je verdienen. Velen die filmpjes maken blijven roemloos, maar sommigen breken door bij het grote publiek. Vlogster Joy (2002) van Beautinezz weet ruim 500.000 volgers aan zich te binden met haar persoonlijke vlogs over lifestyle, cosmetica en mode. Dylan Haegens (1992) trekt ruim 600.000 volgers op Instagram. Zijn vier maanden oude vlog met ”tien manieren om de klas uitgestuurd te worden” trok inmiddels bijna 2 miljoen kijkers. Blijkbaar weten deze vloggers tieners aan te spreken via hun eigen taal en leefwereld, met tienduizenden tegelijk.

Nooit alleen

De aantrekkingskracht die de schermwereld op tieners uitoefent, is enorm. Dit kan volwassenen het hoofd doen schudden, met de opmerking: „Naar wat voor onzin zit je nu weer te kijken?”

Als het om vlogs en filmpjes gaat, is dat vaak een juiste constatering. Tieners zijn best bereid dat toe te geven. Maar pure nieuwsgierigheid doet hen urenlang online zwerven.

Toch is daar niet alles mee gezegd. Dr. Andrew Zirschky, assistenthoogleraar praktische theologie en directeur van een centrum voor training van kerkelijke jeugdleiders in de VS, doet in zijn boek ”Beyond the Screen. Youth Ministry for the Connected But Alone Generation” een aantal scherpe waarnemingen. Hij stelt dat de aantrekkingskracht van hun smartphone voor veel tieners niet samenhangt met de gadget als zodanig, maar met de personen ”aan de andere kant”. Tieners zijn veelal niet allereerst verslaafd aan sociale media, maar aan elkaar. Op elke plaats waar ze komen, nemen ze hun vrienden mee op zak. Zo zijn ze nooit alleen.

„Tieners zijn veelal niet allereerst verslaafd aan sociale media, maar aan elkaar.”

Tieners maken een spannende periode door. Ze gaan door een fase waarin ze zich veelal onzeker voelen over hun lichaam, houding en uitstraling. Positieve bevestiging door anderen geeft dan een goed gevoel. Het maakt daarom veel uit met wie je online in beeld komt. Op Instagram gepost worden met een niet-populaire klasgenoot is niet goed voor je status. Populair zijn is een kwetsbare positie, ook online.

Gemeenschapszin

Terwijl de onlinewereld jongeren triggert als het gaat om kijkcijfers, likes en aantallen volgers, zijn in de echte wereld andere zaken van belang. Bijvoorbeeld de vaardigheid om echt contact te maken bij een ”face to face”-ontmoeting. Dan valt er niets te camoufleren. Voor tieners dus een spannende onderneming. Vandaar dat zij in gezelschap nogal eens de smartphone erbij pakken. Als je onlinevrienden beschikbaar zijn, waarom zou je dan moeite doen om in ”real life” moeizaam nieuwe contacten te maken?

Volgens Andrew Zirschky moeten we jongeren oefenen in het Bijbelse principe van ”koinonia”. Daarbij gaat het niet om persoonlijke status, maar om het belang van de ander en het geheel. Kwetsbare groepsgenoten verdienen dan aandacht in plaats dat ze worden weggekeken. Dat kost tieners iets van zichzelf. Ze moeten leren dat presentie samenhangt met fysieke en mentale aanwezigheid. ”Er zijn” betekent ”hier zijn” en dus niet continu met anderen op afstand verbonden. Dan kan een verbindend groepsproces in de klas en het jeugdwerk opbloeien.

Oefenplaats

Een offlinezone op plaatsen waar jongeren samenkomen, is dus een prima oefenplaats. Dan kun je niet meer vluchten naar vrienden op afstand, maar moet je contact maken met de mensen om je heen. Laten docenten en groepsleiders daarom bij opdrachten en spellen populaire en minder populaire groepsleden bewust aan elkaar koppelen. Zodat ze leren dat het contact met de ander waardevoller is dan gedacht. Gemeenschap oefenen betekent de ander naast je in de ogen kijken en contact maken. Van een eiland online naar een wij-land offline.

Een denkfout die gezagsdragers maken, is dat ze bij het bereiken van tieners te hoge verwachtingen hebben van techniek. Door bijvoorbeeld de aandacht van hun kleine schermen weg te trekken naar grotere schermen. In werkelijkheid gaat het tieners echter niet om middelen, maar om contact. Het gaat tieners om hen die achter de schermen schuilgaan. Laat het middel bij het bereiken van jongeren dus niet verworden tot doel in zichzelf; dan slaan we de plank mis. In Zirschky’s woorden: „For teenagers, tech is about relationship, before cool.”

De auteur is programmamanager bij Yona Foundation.