„Ik ben het meest actief op Facebook. Het leuke van dat sociale netwerk vind ik dat je gemakkelijk op de hoogte blijft van de gebeurtenissen en veranderingen in het leven van vrienden en familieleden in binnen- en buitenland.
Ook zit ik op Instagram. Daar deel ik meer foto’s dan op Facebook. De groep die me daar volgt is kleiner. Ik accepteer daar minder volgers dan op Facebook. Maar ook op Facebook blijf ik kritisch in het accepteren van vriendschapsverzoeken. Mensen die bijvoorbeeld continu winacties delen, ontvriend of ontvolg ik.
Sinds ik WhatsApp heb, stuur ik bijna geen sms’jes meer. Bellen deed ik sowieso al bijna niet. In onze families hebben we verschillende WhatsApp-groepen. Die gebruiken we veel, bijvoorbeeld voor uitnodigingen voor een verjaardag of voor het delen van leuke foto’s. Alleen de langere berichten gaan nog via de mail.
Ongemerkt gaat er best veel tijd in sociale media zitten. Ik probeer af en toe bewust iets anders te doen. Leendert en ik hebben de afspraak gemaakt dat we aan tafel geen telefoon of iPad gebruiken, tenzij er even iets moet worden opgezocht.
Een ander nadeel aan sociale media vind ik dat je vaak alleen de leuke en mooie dingen plaatst. Een foto van een mislukte taart zet ik niet op Instagram. De berichten op sociale media zijn geen afspiegeling van het gewone leven. Dat moet je jezelf ook voorhouden als je de berichten van anderen bekijkt.
Tegelijk blijf ik sociale media een verrijking vinden. Het verkleint afstanden, zowel letterlijk als figuurlijk. Een broer en schoonzus van mijn man wonen in Nieuw-Zeeland, zelf heb ik vrienden in Montana, in de Verenigde Staten. Door Facebook en WhatsApp kan ik gemakkelijk en snel contact met hen onderhouden.
Ik vind het ook erg leuk om Amerikaanse fictieschrijvers via sociale media te volgen. Vlak voor een reis naar Montana liet ik één van hen weten dat ik vlak bij haar op bezoek zou gaan. Zij nodigde mij uit. We zijn toen met haar uit eten geweest. Dat was een bijzondere ervaring.”