De houtkachel van het vrijstaande huis brandt. Een pijporgel beslaat een volledige wand in de woonkamer. Een andere muur gaat schuil achter een kast stichtelijke lectuur. Op de bank vertellen Arieke en Eveline over hun manier van leven. De oudste houdt haar handen gevouwen in de schoot. Haar jongere zusje is tijdens het interview in de weer met naald en draad.
De zussen scoorden op hun Cito-toets havo/vwo-niveau. Arieke ging na haar basisschooltijd dus naar de havo. Zonder internetaansluiting thuis. Daardoor kreeg ze de roosterwijzigingen niet altijd mee, maar docenten toonden begrip toen ze om die reden een keer een paar uur later kwam aanzetten.
Internettoegang werd door de jaren heen steeds belangrijker om goed op school te kunnen functioneren, ervoer Arieke. „Daarbij kwam dat mijn ouders de Gomarus niet reformatorisch genoeg meer vonden.” Dus verliet Arieke na drie jaar de school. Ze ging thuisonderwijs volgen. Op vmbo-niveau. „Want als een leerkracht de stof niet voorkauwt, wordt het ingewikkeld. Dan moet je meer zelf uitzoeken.”
Gelijktijdig met haar vmbo-opleiding doet Arieke een opleiding tot onderwijsassistent. Ook thuis. „Er komen neefjes en nichtjes aan. Ik zou hun wel thuis les willen geven.” Ook Eveline zou het heerlijk vinden om binnenshuis te blijven. „Ik zou graag vioolles volgen. En naailes. En verder help ik mijn moeder en maak ik twee ochtenden in de week schoon buitenshuis.”
Is het leven leefbaar, zo zonder world wide web?
Arieke: „Ja hoor. Alleen toen we pas via de telefoon een bestelling wilden plaatsen bij een webshop in noten, ging dat niet. De verkoper wilde niet meewerken.” Schouderophalend: „Dan heb je dus geen noten van de webshop.”
„Soms heb je internet even nodig”, zegt Arieke. „Ik mocht pas een hondje kopen maar had geen adressen van fokkers. Toen ben ik naar de bibliotheek geweest om daar achter de computer adressen op te zoeken.”
Internet is een techniek die computers met elkaar verbindt. Wat is daar mis mee?
„Op zich niets”, vindt Arieke. „Mijn broer werkt op kantoor en daar heeft hij het nodig. Maar in huis is internet, waarmee je ook zo veel verkeerde dingen kunt doen, overbodig. Het past –vanwege het grootste deel van de inhoud– niet bij een leven met de Heere. Er is veel amusement en porno. En sociale media, waar je ook niet zo veel aan hebt. De drempel om slechte contacten te leggen of verkeerde dingen te doen is heel laag.”
Zijn jullie een soort amish?
De zussen schieten in de lach. Zo hebben ze er nog nooit over nagedacht. Dan zegt Arieke: „Wat grappig, ik zie de vergelijking. Maar de uitvinding van internet is een veel heftiger ontwikkeling dan de ontdekking van elektriciteit. Je kunt met internet veel verder de verkeerde kant op.”
Kunnen jullie meekomen in de maatschappij?
„Ik voel me niet opgenomen in de samenleving”, zegt Eveline. „Zelfs met medecatechisanten mis ik raakvlakken. Zij gaan met elkaar naar school en hebben via sociale media contact met elkaar. Wij vallen daar buiten. Mensen met internet leven zo anders dan wij. Hier klinken geen gamegeluiden. Hier kijkt niemand op Funda en hier komen geen appjes binnen tijdens de koffie.”
Hoe is het om op te groeien zonder internet?
„Vooral gezellig”, stelt Eveline. „We zitten elke avond met z’n allen aan de koffie.” Arieke: „En niemand pakt de telefoon erbij.”
Wat is het grootste voordeel van een leven zonder smartphone?
„De rust”, zegt Arieke zonder aarzeling. „Niet alleen hoef je geen appjes en mailtjes te beantwoorden, ik heb ook niet het gevoel dat ik mogelijkheden mis. Zo kun je op internet eindeloos veel kleding bekijken. Je kunt avonden lang op zoek gaan naar het beste en mooiste. Daardoor worden verkeerde begeerten opgewekt. Zonder internet heb je daar minder last van.”
Eveline: „We hebben geen Facebookvrienden, maar dat zijn toch meestal geen echte vrienden. De contacten die we wel hebben, zijn dieper. Mijn vriend –die ik heb leren kennen via de Vereniging zonder internet– en ik schrijven brieven naar elkaar. ”
Zo leef je zonder internet
Zo’n 400.000 Nederlanders hebben geen toegang tot internet, becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek vorig jaar. De zussen Arieke en Eveline weten hoe het leven er dan uitziet.
Geen wekker op de smartphone maar iedere ochtend om halfzeven gewekt worden door vader Geleijnse, de bezitter van een analoge wekker.
Niet op de telefoon kijken hoe laat het is maar op je horloge kijken of een klok opzoeken. En anders pech hebben.
Niet Weeronline checken maar in de krant het weerbericht opzoeken. Of naar buiten kijken.
Niet appen om af te spreken maar bellen met de huistelefoon. Of een brief schrijven.
Als je een nummer van iemand nodig hebt niet googelen maar in het telefoonboek kijken. Als het nummer er niet in staat, bel je 1888 en vertel je bij welk adres je een telefoonnummer zoekt.
Geen Tikkie sturen maar een acceptgiro.
Geen Zalando en bol.com maar naar de stad om te shoppen.
Geen TomTom of Google Maps maar op de computer zonder internetaansluiting een cd-rom met de kaart van Nederland opstarten.