De 19-jarige journalistiekstudent Heleen Bastiaanse vindt het belangrijk dat de kleding die zij draagt past bij haar karakter. „Mijn smaak varieert van stoer tot chique. Het ligt er ook aan wat ik die dag ga doen en wat voor weer het is.” Heleen begint te lachen. „Maar daar maak ik nog wel eens een fout in. Dan heb ik mij veel te zomers gekleed en blijkt het die dag te vriezen.”
Heleen loopt het liefst op hakken, maar dat is niet altijd praktisch. „Zeker niet als ik camera-apparatuur mee moet slepen voor een draaidag.” Heleen vertelt dat het bij haar op de opleiding niet uitmaakt hoe je erbij loopt. „Iedereen draagt wat hij of zij mooi vindt en geeft er niet zo veel om wat anderen daarvan vinden.”
„Mijn kleding moet wel kleur bevatten”
Vierdejaars studente godsdienst pastoraal werk Sietske Beiboer (22) herkent dit gevoel. „De CHE voelt als thuis, dus je kunt de kleding dragen waar je je prettig bij voelt.” Sietske heeft zelf geen specifieke kledingstijl. Ze trekt aan wat ze mooi vindt. „Het moet wel kleur bevatten”, vindt Sietske. „Maar ik hoef niet altijd met de nieuwste trends mee te lopen. Het jurkje dat ik nu draag heb ik al zes jaar, maar trek ik wekelijks aan”, vertelt ze enthousiast.
Tim van de Kamp (22) ziet zichzelf het liefst in casual kleding. „En daarnaast moet het er ook representatief uitzien. Ik vind dat ook bij mijn beroep horen.” Tim zit het in laatste jaar van de pabo. „Het is een stukje professionaliteit naar de leerlingen toe. Een beetje afstand tussen leerkracht en leerling is belangrijk en dat moet je ook uitstralen in je kleding.” Volgens Tim zegt je kleding iets over je als persoon. „Op de CHE heeft iedereen zijn eigen kledingstijl. Je mag hier zijn zoals je bent en daarin word je gerespecteerd.”
Op de foto van links naar rechts: Sietske, Tim en Heleen