Jos liep stage in Ethiopië, Caroline in Suriname. Beiden werden in hun tienerjaren getroffen door de armoede en ellende die ze tijdens hun stage aantroffen. Caroline: „In het ziekenhuis in Paramaribo werden te veel kinderen dood geboren.” Jos: „In Ethiopië liepen de boeren met gieters rond om hun gewassen water te geven. Dat we daar een irrigatiesysteem konden aanleggen, was een grote stap voorwaarts.” Na hun stages ontmoetten de twee elkaar op een koor in Waarde. Ze trouwden en streken neer in Rotterdam. 

Afrika „kriebelt”, zegt het echtpaar. Omdat het niet enkel armoede en ellende is daar, maar de mensen ook vrolijk en dankbaar zijn. Caroline: „Ik dacht vroeger dat de foto’s waarop al die lachende Afrikaanse kinderkopjes te zien zijn, in scène waren gezet. Maar Afrikanen zijn écht zo vol leven. Ze zijn de hele dag dankbaar en blij.”

 

Landbouwkundige

Het echtpaar uit de gereformeerde gemeente van Rotterdam-Zuid overlegt regelmatig met elkaar over de vraag wat Gods weg in hun leven zou kunnen zijn. Caroline: „Een paar maanden na ons trouwen zag ik een vacature van Stéphanos voor een landbouwkundige in het dorp Chilangoma, waar de reformatorische stichting een weesdorp runt.” Het zou iets kunnen zijn voor haar man, denkt ze. Jos: „Je kunt over plannen blijven praten, maar als je ze serieus meent, moet je ook actie ondernemen.” De twee gaan op gesprek en worden aangenomen. Stéphanosdirecteur Johan van der Ham: „Jos zal met zijn landbouwexpertise een team lokale mensen gaan aansturen en opleiden voor de teelt in kassen op ons eigen terrein.”

„We zijn diaconaal werkers en verlenen ontwikkelingshulp met de Bijbel in de hand”, zegt Jos. „Ik als landbouwkundige, Caroline als verpleegkundige.”

„Het is niet dat we een bepaalde Bijbeltekst kregen waardoor we weten dat we naar Malawi moeten”, zegt Caroline. „Ik zou het ook vreemd vinden als je voor ons werk iets specialers zou moeten voelen dan voor dat wat een andere christen doet”, vindt Jos. „Iedere christen hoort op zijn plek te dienen in Gods Koninkrijk. Of dat in Rotterdam of Chilangoma is maakt niet zo veel uit. Wij weten ons geroepen naar Malawi.”

 

Geduldig

Jos en Caroline leerden de lokale taal spreken, verdiepten zich in de Afrikaanse cultuur, maar konden keer op keer niet vertrekken naar hun bestemming. Door de geboorte van hun zoon David, het coronavirus en een werkvergunning die op zich laat wachten, moeten ze hun vertrek steeds uitstellen. „De weg ernaartoe was zeker niet altijd makkelijk”, zegt Caroline. „Maar we leerden flexibel, geduldig en afhankelijk van God te zijn. Daar gaan we in Afrika nog vaak profijt van hebben.”

Landbouwspecialist Jos beseft dat zijn werk een zaak van lange adem kan worden. „Ik heb geleerd dat ik eerst een goede band met de Malawianen moet opbouwen. Het zal wel een jaar duren voordat zij mij vertrouwen en ik snap waarom ze de dingen doen zoals ze ze doen.”

Caroline wil, naast de zorg voor haar zoon, graag als zorgverlener aan de slag. Wat ze precies gaat doen, is nog onbekend. „Ter plaatse stemmen we dat af op de lokale behoeften en mogelijkheden”, zegt directeur Van der Ham. 

De twee zien uit naar hun vertrek, maar soms grijpt alle onzekerheid waarmee de uitzending is omgeven hen aan. Jos: „Maar als we beseffen wat het Christus heeft gekost om ons vrij te kopen, wat mag het ons dan kosten om Hem te dienen?” Caroline antwoordt: „Als Zijn weg naar Malawi gaat, volgen we.”