De 22-jarige Saleem Masih is klaar met het lossen van kaf op de velden rond het Pakistaanse dorp Baguyana, ongeveer 50 kilometer ten zuiden van Lahore. Hij spoelt zich af met water uit een put, als plotseling de eigenaar en vier andere mannen op hem af rennen en op hem in beginnen te slaan.
„Smerige christen, je vervuilt ons water”, schreeuwen de mannen hem toe. Ze binden de handen en voeten van Masih vast en geven hem er van langs met stokken. Ook rollen ze met bruut geweld een dikke ijzeren staaf over zijn hele lichaam, waardoor hij meerdere breuken in zijn linkerarm en ribben oploopt. De jongeman kan de pijn niet verdragen en raakt bewusteloos.
Zijn vader treft Masih aan met een bebloed lichaam en gezicht. Vanwege ernstige interne verwondingen wordt de 22-jarige naar een ziekenhuis in Lahore gebracht. Daar sterft hij, drie dagen nadat hij zwaar is toegetakeld.
Nieuwsdienst Morning Star News tekende deze gebeurtenis, die vorige week plaatsvond, op uit de mond van de vader van Masih. In het ziekenhuis kon zijn zoon hem nog vertellen hoe de mannen hem uren martelden, alleen omdat hij christen was.
Volgens de eigenaar van de put had de jongen een misdaad begaan door zijn bronwater te vervuilen. De straf was volgens hem dan ook gerechtvaardigd, aldus vader Masih. Hij is ontdaan en eist gerechtigheid. „We zijn arm, we zijn christen, maar we zijn ook Pakistaanse burgers”, zei hij. „De daders moeten worden gestraft omdat ze het heft in eigen handen hebben genomen en hem vermoord hebben, alleen omdat hij christen was.”
De vader heeft echter weinig hoop dat de aanvallers voor de rechter komen. Volgens hem moest hij de landeigenaar smeken om zijn bewusteloze zoon naar het ziekenhuis te mogen brengen. De politie zou slechts toegekeken hebben. De aanvallers werden na korte tijd op borgtocht vrijgelaten.
In Pakistan is met veel verontwaardiging gereageerd op de dood van de jongeman. President Imran Khan waarschuwde op Twitter dat geweld tegen niet-islamitische medeburgers streng gestraft zal worden. Volgens de minister van Mensenrechten en Minderheden van de provincie Punjab zal er opgetreden worden tegen de daders en de betrokken politiefunctionarissen, aldus de krant Pakistan Today zondag.
Volgens Nasir Saeed, directeur van Claas, een organisatie die opkomt voor Pakistaanse christenen, staat de zaak van Masih niet op zichzelf. „Helaas is het de realiteit en veel christenen lijden elke dag van hun leven.” Deze gebeurtenissen halen volgens hem echter zelden de media.
Pakistaanse christenen zijn vaak arm en doen ongeschoold werk als schoonmaker, arbeider in een steenfabriek of dagloner. Om die reden worden ze door veel plattelandsbewoners als onrein beschouwd en ervaren ze dagelijks discriminatie.
Het verhaal van Masih doet denken aan wat de Pakistaanse Asia Bibi meemaakte. Ook zij was in de ogen van moslims een vuile christen omdat ze water dronk uit een put waar ook andere islamitische vrouwen uit dronken. „De domme plattelandsbevolking beschouwt water dat een christen aanreikt als onrein”, schreef Bibi in haar recent verschenen autobiografie.