In het Reformatorisch Dagblad schrijft hij: "In een wetenschappelijk artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences uit 2013 stellen onderzoekers dat één graad Celsius opwarming van de aarde resulteert in twee- tot zevenmaal zo veel ernstige orkanen die de kusten van de Verenigde Staten treffen. Op het moment dat ik deze column schrijf, heeft Irma nog niet de kust van Florida bereikt. Maar het laat zich raden dat ook daar de schade aanzienlijk zal zijn. En dat terwijl de VS nog niet bekomen zijn van de ramp in Houston door de orkaan Harvey. De inwoners van Florida wachten Irma niet af en zijn inmiddels massaal op weg gegaan naar veiliger oorden.
Je vraagt je af of dit enige invloed zal hebben op de mening van president Trump dat er geen opwarming van de aarde plaatsvindt en het geenszins nodig is om de uitstoot van CO2 terug te brengen. Hoeveel zware orkanen, schade en slachtoffers zijn er nodig om Trump van deze gemakzuchtige oogkleppen te ontdoen? Maar misschien moet ik die vraag niet alleen aan Trump stellen, maar ook aan mijzelf en mijn lezers. Want eigenlijk leven wij allemaal in een soort schizofrene situatie.
Aan de ene kant leven wij ons eigen leventje met zijn natje en zijn droogje, de wisseling van de seizoenen en alles dat gaat zoals het (schijnbaar) altijd al gegaan is. In dat levenspatroon past dat wij allerlei zaken gebruiken die voor ons de gewoonste zaak zijn van de wereld: alle huishoudapparatuur, het gemak van de auto, voor sommigen af en toe een vliegvakantie, te veel om op te noemen.
Aan de andere kant kennen wij het probleem van de opwarming van de aarde, dat de uitkomst is van dit gewone leventje van miljarden mensen tezamen op deze aardbol. Wat kan ons individuele leventje daar nou aan veranderen, niets toch? Je moet wel heel erg gemotiveerd zijn om kostbare veranderingen in je levenspatroon aan te brengen om een bijdrage te leveren aan een duurzamere wereld, als dit op het oog toch nul komma nul verandert aan het macroprobleem van de stijging van de temperatuur op deze aardbol.
Onze motivatie komt nog sterker onder druk te staan als wij de sombere klimaatwetenschappers moeten geloven die denken dat het al te laat is. Pas geleden attendeerde een vriend mij op een artikel in Vrij Nederland dat Amerikaanse wetenschappers aan het woord laat die stellen dat het ”point of no return” al gepasseerd is. Volgens deze wetenschappers zal de klimaatverandering hoe dan ook tot miljarden doden leiden en in het ergste geval tot het uitsterven van de mens.
Hun boodschap is zo griezelig dat je het liever niet wilt weten. De opwarming van de aarde zal tot ontdooiing van permafrost leiden (wat wij nu al waarnemen), waardoor het veel schadelijker broeikasgas methaan vrijkomt. Hierdoor zal de wereldtemperatuur uiteindelijk met 10 graden kunnen stijgen. Dit roept vervolgens allerlei andere schadelijke natuurlijk processen op, met als uitkomst een overstroomde en verzengende aarde vol dode zeeën en laaghangende gifwolken. Als dat waar blijkt, leven wij echt in de laatste dagen van de eindtijd en zullen onze kinderen (en misschien wijzelf) nog heel wat gaan meemaken.
Het probleem is natuurlijk: alles is onzeker. Zeker, wij zien tekenen aan de wand, maar hoe en hoe snel dit soort processen zich zal voltrekken is onzeker. Ook die onzekerheid kan dodelijk zijn voor onze motivatie om daadwerkelijk ingrijpende veranderingen in ons levenspatroon aan te brengen. Maar het geeft ook ruimte voor hoop, en andere wetenschappers stellen dat het niet zo veel hoeft te kosten om duurzaamheid werkelijk gestalte te geven.
Als wij als samenleving jaarlijks 1 procent van het nationaal inkomen hierin investeren, kan er al heel wat worden bereikt. Vergelijk het maar met een verzekering: de meesten van ons hebben zich ook verzekerd tegen grote calamiteiten zoals het afbranden van ons huis, ook al is de kans hierop klein. De kans op klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande dreiging van ons bestaan is inmiddels, dunkt mij, groter dan dat mijn huis in brand vliegt. Dus laten wij als samenleving onze verantwoordelijkheid nemen."
Johan Graafland is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University