Zonder ingrijpen kan het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde de komende vijftien jaar oplopen tot bijna de helft van de benodigde 2766 mensen, waarschuwde de vereniging voor specialisten ouderengeneeskunde (Verenso) eind vorige week.
Een belangrijke oorzaak van het tekort is de toenemende zorgvraag. Verenso becijferde dat het aantal 90-plussers in Nederland tussen 2015 en 2040 zal toenemen van 117.000 naar 340.000, terwijl het aantal mensen die behoefte hebben aan 24-uurszorg in dezelfde periode zal stijgen van 76.000 naar 165.000.
Met het oog op de stijgende zorgvraag is het aantal opleidingsplaatsen voor ouderengeneeskunde drie jaar geleden verhoogd van 120 naar 186. „Dat is mooi”, vindt Nienke Nieuwenhuizen, voorzitter van Verenso. „Maar deze plekken worden niet direct gevuld. Weinig studenten van een jaar of 17 denken: laat ik ouderengeneeskunde studeren.”
Toch wint de opleiding aan populariteit, stelt ze. „Vijftien jaar geleden kozen veel zijinstromers voor dit vak of mensen die moeite hadden om elders een plek te krijgen. Nu kiezen de meesten direct uit de collegebanken voor dit vak.”
Teeuw, die studenten opleidt bij verpleeghuis Salem in Ridderkerk, snapt wel waarom weinig mensen voor ouderengeneeskunde kiezen. „Snijdende vakken, zoals chirurgie, hebben iets heroïsch. Maar dan zeg ik: coassistenten en epidemiologen hebben meer levens gered dan chirurgen, door te wijzen op het belang van hygiëne –denk aan handen wassen– en voeding.”
Werkdruk
Ook komt ouderengeneeskunde volgens Teeuw vaak negatief in het nieuws. „Als daarover in de krant wordt geschreven, gaat het vaak over de toenemende werkdruk of de euthanasieproblematiek. Het is niet makkelijk om daar een leuk verhaal tegenover te zetten.”
Anderzijds is het werk veelzijdig. Ouderen kunnen immers van alles mankeren, van lichamelijke kwalen –een hoge bloeddruk, trombosebenen of problemen met de stoelgang– tot psychische klachten, zoals eenzaamheid of onrustigheid. „Het is vaak een gepuzzel: Wat zit hier achter? Hoe lossen we dit het beste op?”
Een goede manier om studenten te werven voor ouderengeneeskunde is hun een stage of coschap te laten doen in een verpleeghuis, stelt Teeuw. „Probeer die zo aantrekkelijk mogelijk te maken en goed in te vullen. Nu besteden studenten vaak de helft van hun coschap aan zelfstudie, de andere helft aan kletsen. Begeleid hen beter, en geef hun een taak met eigen verantwoordelijkheid.”
Nieuwenhuizen pleit ervoor nog een stap verder te gaan en een coschap in een verpleeghuis te verplichten voor geneeskundestudenten. „Dat heeft een positief effect. Het blijkt dat studenten dan eerder bereid zijn voor ouderengeneeskunde te kiezen.”
Daarnaast wil ze het vak bekender maken, onder meer door congressen te organiseren en vaker in de media op te treden. Ze stimuleert collega’s om in tijdschriften te vertellen over hun werk. En inmiddels heeft ze het voor elkaar gekregen dat ouderengeneeskunde op vijf universiteiten een vast onderdeel vormt van het curriculum voor de geneeskundeopleiding. „Elke arts hoort daar iets over te weten.”
Mensen steunen in hun levensavond
Fokeline Weerheim (25), nu basisarts in verpleeghuis Sonneburgh in Rotterdam, deed begin dit jaar een coschap in Salem. Wat ze waardeert aan het werken als arts in een verpleeghuis is dat je op een „andere manier leert denken. In een ziekenhuis is het mensbeeld veel mechanischer. Behandel ziekte A met therapie B. Je vervangt een heup, of je geeft een pilletje. Maar in het verpleeghuis kijk je naar het totaalplaatje. Wat betekent de ziekte voor een patiënt? Is de patiënt wel gebaat bij een behandeling?”
Als voorbeeld noemt ze een oude vrouw die veel pijn had aan een versleten heup. Een orthopeed van het ziekenhuis adviseerde haar om de heup te vervangen. Dat was voor haar een risicovolle operatie die de vrouw niet echt zag zitten. Weerheim en haar collega’s bedachten een andere oplossing: geef haar pijnstillers, zolang als het gaat.
Ook geneeskundestudente Betty van Wingerden (23) is enthousiast over het werken met ouderen, een ervaring die ze opdeed tijdens coschappen in Salem. Ze vond het „leuker dan verwacht en uitdagend. Het is mooi om in de levensavond van een patiënt mee te kijken.” Ze noemt een voorval waarbij ze de medicatie aanpaste van een dementerende vrouw. Daarop werd de vrouw helder van geest en rustig. „Zoiets geeft voldoening.”