Na vijf minuten probeer ik het nog eens en werp al mijn verbeeldingskracht in de strijd. En jawel, opeens ontwaar ik een paardenhoofd in het schilderij ”Elasticiteit” van de Italiaanse schilder Boccioni. Snel de vragen erbij pakken.

„Noem twee aspecten van de voorstelling die vooruitgang verbeelden.” Ik kijk op deze dinsdagmorgen de gymzaal van de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen rond. Zou zo’n vraag een eitje zijn voor de ongeveer dertig examenkandidaten? Of begrijpen ze er, net als ik, ook geen snars van?

Vooraf wist ik zelfs niet wat voor sóórt vragen er gesteld zouden kunnen worden.

Toegegeven. Zonder enig gevoel voor tekenen en totaal onvoorbereid een examen beeldende vakken gaan doen, is niet slim. Vooraf wist ik zelfs niet wat voor sóórt vragen er gesteld zouden kunnen worden. Tekenen was achttien jaar geleden geen examenvak van me en op creativiteit met potlood of penseel heb ik mezelf maar zelden kunnen betrappen.

Futuristen
Terug naar de vraag die voorligt. Aspecten die de vooruitgang verbeelden... Ik tuur op het werk van de Italiaan. Zie ik daar rechtsboven een soort hoogspanningsmast? In 1912 hadden ze die dingen nog niet, maar ik lees in het opgaveblad dat Boccioni tot de zogeheten futuristen behoort. Hij had vast een voor­uitziende blik, houd ik mezelf voor. De hoogspanningsmast verschijnt dan ook op mijn antwoordenblaadje. Ja ja, er zit vooruitgang in.

"Gebruik mooie woorden, zoals compositie, kubisme, vrije stijl en kleurstelling. Daar houden kunstenaars wel van.”

Een blik op de klok. Ik ben al halver­wege en het is pas 9.30 uur. Qua tijd wordt dit een makkie. Ik her­inner me opeens weer wat de surveillant aan het begin het examen zei: „Als je iets niet helemaal begrijpt, moet je er maar een zwamverhaal van maken. Gebruik mooie woorden, zoals compositie, kubisme, vrije stijl en kleurstelling. Daar houden kunstenaars wel van.” Ik neem het ter harte.

Zwembad
De volgende uitdaging: een enorm kunstwerk dat bestaat uit 120 foto’s, gemaakt door ene David Hockney. Hoe het effect genoemd wordt van de lijnen die op de bodem van het zwembad zijn aangebracht? Werkelijk, ik heb geen idee. Even krijg ik de neiging om er een zelfbedacht ”macaroni-effect” van te maken vanwege de vele boogjes. Nee, toch maar ”bewegingseffect” opschrijven. Zo blijf ik dicht bij het thema van dit examen: ”In beweging!”.

Als ik de laatste vragen over de architectuur van de zogeheten Jeugd-fabriek in de Spaanse stad Merida heb beantwoord, is het net 10.00 uur geweest. Met de eerste lichting die mag vertrekken, stap ik om 10.15 uur naar buiten. Verbeeld ik het me nu, of heb ik stiekem toch het gevoel dat het weleens mee kan vallen? Zwammen heb ik in ieder geval genoeg gedaan; vier kantjes vol. Maar sloeg het ook ergens op?

’s Middags komt het verlossende telefoontje: een 6,3 is het resultaat. En net als achttien jaar geleden ben ik met zo’n cijfer dik tevreden.