De leerling aan het Driestar College in Gouda hikte al maandenlang tegen de examens aan. Ze sliep er zelfs slecht van. Niet alleen door het nieuws over haar tante, ook omdat de examens zelf al veel stress opriepen.
Kort voordat de examens begonnen, mailde ze naar de Puntuitredactie om haar verhaal te vertellen. Haar tante, die al jaren kanker heeft, kreeg in maart de vreselijke boodschap dat de kanker was uitgezaaid naar haar hersenen en dat de dokters niets meer konden doen. Anna Laura vroeg zich af hoe ze zich met deze boodschap in haar achterhoofd moest concentreren op haar schoolwerk.
Gelukkig vielen de afgelopen twee weken voor de Nieuwpoortse erg mee. Het lukte de tiener om zich op haar examens te storten. „Ik liep eigenlijk heel ontspannen door het huis. Niet gestrest, zoals anders als ik een toets heb. Ik heb de ziekte van mijn tante ook langzaam van me af kunnen zetten, omdat ik besefte dat ik er toch niets aan kan veranderen.”
Natuurlijk lukte dat niet altijd. Op Hemelvaartsdag bijvoorbeeld was de concentratie van Anna Laura ver te zoeken. „Ze was toen bij ons thuis, terwijl ik boven zat te leren. Maar telkens ging ik even naar beneden om te kijken hoe het met haar ging. Toen drong de ernst van haar situatie pas echt tot me door.”
Wat het extra erg maakt voor Anna Laura en haar familie, is dat deze tante van moeders kant niet de enige is die kanker heeft gehad. „Mijn moeder heeft ook haar beide ouders aan deze ziekte verloren. Haar zus is jong overleden aan een andere ziekte. Alleen zij en haar broer zijn straks nog over.”
Soms is Anna Laura bang dat kanker in de familie zit en haar moeder de gevreesde ziekte ook zal krijgen. „Daar denk ik nu extra over na. Gelukkig kan ik niet in de toekomst kijken. Het troost me te weten dat God het in Zijn hand heeft, dat Hij een plan heeft met ieders leven. En hoe moeilijk het ook zou zijn, ik weet dat ik heel mijn leven lang al mijn verdriet bij God mag brengen en dat Hij me troost.”
De Nieuwpoortse bereidt zich nu, na alle drukte van de afgelopen weken, ontspannen voor op een vakantie van dertien weken. „Ik ga deze week eerst lekker uitrusten. Daarna ga ik werken bij de groenteboer waar ik ook mijn zaterdagbaantje heb. Later in de zomer vertrek ik nog voor een weekje naar Zwitserland.”
Zodra de vakantie voorbij is, wil ze communicatie gaan studeren aan de Christelijke Hogeschool Ede. Ook daar verheugt ze zich op.
Toch blijft er een ondertoon van verdriet in al de plannen die ze maakt voor de komende weken. „We bereiden ons nu langzamerhand voor op het ergste, wat mijn tante betreft. Waarschijnlijk zullen we deze zomer bij haar graf komen te staan. Ze gaat elke week verder achteruit en heeft steeds meer zorg nodig. Dat maakt alles heel dubbel: ik ben blij dat ik mijn middelbareschoolperiode afsluit, maar zij sluit haar leven af. Ik sta op het punt een nieuwe fase in te gaan en zij gaat de laatste fase van haar leven in.”
Ondanks de ernst van haar tantes ziekte bezoekt Anna Laura haar nu niet per se vaker dan voorheen. In het begin omdat ze heel druk was met haar schoolwerk. Nu ook om een andere reden. „Mijn tante krijgt concentratieproblemen door de kanker in haar hoofd. Daarom durf ik eigenlijk niet goed te gaan. Ik ben bang voor wat ik aan zal treffen. Bang dat ze me niet meer gaat herkennen.”
Als ze lang over de ziekte van haar onkerkelijke tante nadenkt, raakt ze in de war, zegt ze. Niet dat ze opstandig is richting God. Maar ze heeft wel haar vragen. „Waarom? denk ik soms. Waarom krijgt ze niet nog iets meer tijd zodat ze U kan leren kennen en gaat inzien dat U ook haar Verlosser wil zijn?”
Anna Laura’s stem klinkt schor als ze vertelt wat haar het meeste bezighoudt. „Als ze straks overlijdt, zie ik haar misschien nooit meer, omdat ik niet zeker weet of ze geborgen is in God. Dat doet veel pijn. Ik vraag niet aan God: Waarom doet U dit? Alleen: Geef haar alstublieft wat meer tijd.”