De vwo-leerlingen van de scholengemeenschap Jacobus Fruytier in Apeldoorn staan als gedisciplineerde militairen in strakke rijen geparkeerd in de gymzaal.
Docent Florijn trapt af. „Het eerste uur kun je niet naar de wc. Als er nog mensen van de brandweer of andere waterverliezende instanties zijn, kunnen ze nu gaan.” Niemand meldt zich.
Het examen begint. Nu is het erop of eronder. Straks is duidelijk of mijn geheugen de grote winnaar of de grote verliezer is.
De eerste vragen gaan me vrij gemakkelijk af. Over CO2 en de koolstofkringloop. Ik scoor punten, voel ik.
Even later verandert mijn stemming. Hoe zat het ook al weer met dat DNA? Die baseparen en de aminozuren waar die voor staan? Even –toegestaan– spieken bij de afdeling genetica in formuleboek Binas. Het helpt me nauwelijks verder.
Als ik de bladzijde omsla naar opdracht 23, zie ik dat de volgende serie vragen over oorsmeer gaat. Lekker smakelijk onderwerp voor een examen!
Ik kijk om me heen. Naast me zit een meisje dat nog niet zo ver is. Maar alle anderen lijken onverstoord door te werken, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Hun docent behandelde de afgelopen weken vast elke dag oorsmeer.
Ik begin te lezen. Het gaat over Japanse onderzoekers die de „verandering van de viscositeit van het oorsmeer” onderzochten. Viscositeit betekent vloeibaarheid. Brrr... Stel je voor dat het bij iedereen zomaar uit de oren druipt.
„Nat oorsmeer is bruin en plakkerig”, lees ik. „Ranzig”, fluister ik half hardop. De haren van het meisje voor me deinen even op en neer als ze geïrriteerd haar hoofd beweegt. Oei, iets te hard gepraat.
De viscositeit van dat oorsmeer, die is nu sowieso hoog, bedenk ik. Zeker als je er een paar natuurkundige wetten op loslaat. Door hitte en onder druk wordt alles vloeibaar. Heet is het zeker in de bedompte gymzaal. En wat te denken van de druk die de kandidaten voelen om te presteren? Alles wordt hier vloeibaar!
Mijn thuiswedstrijd kent geen zinderend slot, of het moet de hoofdpijnmakende, bedwelmende warmte zijn. De seconden tikken weg en tien minuten voor het einde leg ik mijn pen neer.
Als mijn geheugen me niet in de steek laat –zoals een aantal keer gebeurde tijdens het examen–, deed ik het zeven jaar geleden beter. Bio was dan ook een van mijn favoriete vakken. Maar goed, ontevreden mag ik niet zijn: voor elk jaar dat ik van deze school af ben, scoorde ik een punt.