Uit de RD-recensie: "Siebelink schrijft een roman waarin emoties en ervaringen belangrijker zijn dan feitelijkheden. Hij wil geen beeld van het christelijk geloof, het calvinisme of het piëtisme schetsen, hij wil alleen maar zijn vader begrijpen. En hoewel hij ontzettend zijn best doet om te bevatten wat die vader bezielde, snapt hij er uiteindelijk toch niets van."
Schrijver Jan Siebelink (67) schreef historische romans, verhalenbundels en boeken over wielrennen, maar het meest bekend werd hij met de romans waarvoor zijn eigen familieverhaal de stof vormt: "De overkant van de rivier" en "Knielen op een bed violen".
Siebelink deelt het geloof van zijn vader niet, hoewel hij zichzelf wel als zoeker en twijfelaar beschrijft. In een eerder interview met deze krant zei hij onder meer: "In mijn leven ben ik altijd op zoek geweest naar de extase van mijn vader, naar dat bevindelijke. Toen ik achttien jaar was, heb ik keurig in de Hervormde Kerk belijdenis gedaan. Ik verwachtte dat ik op dat moment God zou ervaren. Dat is niet gebeurd en ik was erg teleurgesteld. Maar ik bleef naar de kerk gaan, jarenlang, tot ik midden dertig was. Zo lang heb ik het allemaal aangehouden.
Op een zondagmorgen had ik mijn kinderen naar de zondagsschool gebracht en was ik zelf naar de kerk gegaan. Ik liep door het middenpad - en opeens stopte ik, halverwege. Ik draaide me om, bleef een paar seconden stilstaan, alsof ik met mezelf moest overleggen, en ben toen de kerk uitgelopen. Dat is het moment geweest dat ik letterlijk de kerk de rug heb toegekeerd. Er was geen reden voor, behalve dan misschien dat ik het al jaren had overwogen. Ik ervoer het als een bevrijding, maar tegelijkertijd had ik gevoelens van verwarring. Vlak daarop heb ik mijn eerste verhaal geschreven: "Witte chrysanten". Er was een leegte ontstaan, die moest worden opgevuld.
Overigens betekent dat niet, dat God uit mijn denken is verdwenen. Het feit dat ik niet meer naar de kerk ga, niet meer bid aan tafel, betekent niet dat ik onverschillig sta ten aanzien van heel veel dingen. Ik ben iemand die, ondanks alle twijfel, wil aannemen dat er op Golgotha iets wezenlijks voor de mensheid is gebeurd. Dat wíl ik geloven, net als ik wíl geloven dat er vroeger, in een hoekje van de kwekerij, iets bijzonders met mijn vader is gebeurd."
Reacties van digi-lezers
Margriet Beekman:
Een indrukwekkend boek. Aan de ene kant is het ontroerend en prachtig om de liefde tussen vader en moeder Sievez te ervaren. Aan de andere kant geeft mij de geloofsbeleving van Hans Sievez een zeer beklemmend en beangs tigend gevoel. We mogen als kerkmensen wel eens stilstaan bij onze uitstraling naar buiten toe. Zijn we voorwaardenscheppend bezig of proeven anderen de liefde van Christus?
Arjan Ros
Siebelink slaat de plank mis wanneer hij de godsdienstwaanzin uit "Knielen op een bed violen" in verband brengt met ds. J. P. Paauwe. Zowel qua vorm als qua inhoud komen de prediking en het leven van ds. Paauwe totaal niet overeen met de hysterie die in het boek beschreven wordt. Ik neem aan dat de gebeurtenissen die de heer Siebelink in zijn boek beschrijft echt gebeurd zijn, echter, door steeds te verwijzen naar de persoon van ds. Paauwe als het brein achter de verhaalde godsdienstwaanzin wordt iemand postuum iets in de schoenen geschoven waar hij part noch deel aan heeft gehad. Het boek begeeft zich in een grijs gebied van fictie en feiten, waarin de grenzen niet duidelijk zijn, met name niet waar het gaat om achtergrond en historisch perspectief, terwijl de indruk wordt gewekt dat achtergrond en verbanden met enige objectiviteit worden weergegeven. Dit leidt helaas slechts tot verwarring en misverstanden.
Gert-Jan Schaap
Vanaf de allereerste zinnen had dit beklemmende boek mij te pakken, mede door de schitterende sfeerbeschrijvingen en de levensechte dialogen. Ik vind het vooral razend knap hoe Jan Siebelink met zijn rijke taalpalet de kracht én de breekbaarheid van de liefde tussen een man en zijn vrouw schildert. Enige minpunten van deze onvergetelijke roman vond ik de (mijns inziens onnodige) erotische passages en de drie voluit geschreven vloeken.
H. Verweij
Naar mijn mening zitten Jan Siebelink en wie weet hoeveel anderen in dezelfde strik gevangen als waar ik in gevangen zat. Romeinen 10 zegt niet voor niets: Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart... Ik zou al die zoekers en strijders willen toeroepen: Leun niet op mensen, ook niet op vrome mensen, laat ze op zijn hoogst een wegwijzer mogen zijn. Er is echt maar één weg tot de zaligheid en dat is Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven. (...) Toen ik in de ruimte gesteld was, ging ik eens naar de Waalse Kerk in Den Haag waar ds. Paauwe preekte. Ik weet niet meer waarover, ik kan me nu zelfs niets meer herinneren dan de slotzin: "Er hoeft hier niemand onbekeerd de kerk uit te gaan. Het ligt aan uw voeten, wie het neemt die heeft het en wie het niet neemt die heeft het niet! Amen." Ik keek de kerk rond en vroeg me af: Zouden ze het allemaal begrepen hebben? En ook doen?
Geloven met ontzag en angst
"Knielen op een bed violen" ligt in drievoud op tafel, daaromheen zitten Klaas Kuyper (25), Marja Pieterse (21) en Marjolein Ouwerkerk (19). Klaas ontwikkelt websites en is deeltijdstudent godsdienst pastoraal werk in Ede, Marja loopt stage bij stichting De Vluchtheuvel in het kader van haar studie maatschappelijk werk en Marjolein is dit jaar begonnen aan de studie Nederlandse taal en cultuur in Leiden. Terwijl de muizen over de vloer en de muren van de Amsterdamse stationsrestauratie rennen, praten zij over geloofsbeleving en gezinsleven in Siebelinks roman.
Siebelink won onlangs de AKO Literatuurprijs. Terecht?
Marjolein: "Dit is een boek dat op veel mensen een onuitwisbare indruk gemaakt heeft, denk ik, en dat is waarschijnlijk een van de redenen waarom het die prijs gekregen heeft."
Marja: "Ik heb niet echt verstand van literatuur, maar ik vind wel dat Siebelink heel goed allerlei beelden kan oproepen. Hij schrijft bijvoorbeeld dat hij door zijn voetzolen de warmte van de aarde kan voelen - dat soort zinnen vind ik echt prachtig."
Klaas: "Ik vind het ook een heel mooi boek, knap hoe hij geprobeerd heeft zich in de gedachten van zijn vader te verplaatsen. Al denk ik dat hij dingen wat te zwart-wit neerzet. Die mannen in zwarte jassen komen wel heel negatief over."
Marjolein: "Zo heeft Siebelink het natuurlijk zelf beleefd."
Marja: "Hij geeft ook duidelijk aan dat het een persoonlijk verhaal is. Je moet het boek niet lezen om inzicht te krijgen in de thuislezers of het calvinisme, daar is het niet geschikt voor. Het kan best zijn dat de mensen die hij beschrijft zo waren, maar dat zegt nog niets over alle thuislezers of paauweanen of calvinisten!"
Hoe kwam de figuur van de vader op jullie over?
Marja: "Ik vroeg me voortdurend af: hoe kan het nu dat iemand zo meegesleept wordt? Je ziet dat die vader als kind geen veilige omgeving had, hij werd geslagen en vluchtte steeds meer in zijn fantasieën. Als hij dan later een soort goddelijke openbaring krijgt, lijkt dat bijna vanzelfsprekend. Tenminste, niet die openbaring zelf, maar de manier waarop hij ermee omgaat. Hij hecht er op een andere manier waarde aan dan eigenlijk zou moeten. Zijn geest vertroebelt als het ware, zodat hij geen goede keuzes meer maakt."
Klaas: "Die openbaring is een soort teken dat hij erbij hoort. Eerst wil hij dat niet echt, hij houdt in elk geval afstand van de mannen in het zwart. Maar hij is niet iemand die nee durft te zeggen, en zo wordt hij meegesleept - en daarin bevestigd door die bijzondere openbaring."
Is godsdienstige beleving dan afhankelijk van karakter?
Marja: "Nee, maar het staat er ook niet los van."
Klaas: "Je karakter en je opvoeding hebben altijd invloed. Als je naar alle kerken kijkt zie je zo veel verschillende manieren van geloofsbeleving... dan kun je toch niet zeggen dat één manier de ware is?"
Maar er zijn wel grenzen.
Klaas: "Ja, daarom moet je geloofsbeleving altijd toetsen aan de Bijbel. De manier waarop de vader in dit verhaal zijn geloof beleeft, komt niet overeen met de Bijbel, denk ik. Het geloof is gericht op God, maar hier lijkt het alleen op zichzelf en het eigen heil gericht. Het is gegrond op een bijzondere openbaring, niet op God of op de Bijbel."
Marja: "Als hij op zijn sterfbed ligt, gaat het niet om Gods eer, maar alleen om de vraag of hij zelf wel bevestiging krijgt."
Marjolein: "Het lijkt een geloof waarbij je heel veel moet doen voordat je er écht bent. En je moet vooral zorgen dat je er zélf bent en niet met andere mensen omgaan, want als een onbekeerde tegen jou praat als je sterft, dan ga je verloren. Dat is zóiets bizars! Ik merk helemaal niets van liefde in dat hele geloof. Ik zie ontzag voor God, en angst, maar liefde? Echt nul komma nul."
Klaas: "De kern van de wet is toch: God en je naaste liefhebben. En hier is het alleen: ik. Zelfs de eigen gezinsleden staan erbuiten en God eigenlijk ook."
Marjolein: "Eén bepaalde kant van God wordt enorm uitvergroot: dat God boos is, toornt als je Zijn wil niet doet. Maar over genade of vergeving wordt eigenlijk helemaal niet gesproken, en áls dat al gebeurt komt alleen maar de vraag: Is het wel zeker, is het wel echt wat je hebt gevoeld?"
Marja: "Het is ook wel belangrijk om je af te vragen of het waar is, of het gegrond is op Gods Woord. Maar die beleving is geen grond voor het geloof."
Kan zo'n manier van geloven toch echt zijn?
Marja: "Wie zijn wij om daarover te oordelen? Dat kun je niet zeggen, dat kun je van niemand zeggen."
Klaas: "Maar in de Bijbel worden genoeg vruchten van het geloof genoemd die je hier zeker niet kunt terugvinden. Deze man helpt z'n bedrijf en z'n gezin de vernieling in, dat is geen vrucht van het geloof."
Marja: "Kun je niet zeggen dat hij zo belemmerd werd door zijn psychische achtergrond en de mannen in zijn omgeving, dat daardoor die vruchten niet naar buiten konden komen?"
Marjolein: "Ik wil niet zeggen dat het niet echt was. Hij probeerde Gods wil te doen, maar óf hij deed het op de verkeerde manier, óf het lukte niet, óf het ging op een andere manier mis..."
Toch bleef zijn vrouw van hem houden.
Marjolein: "Ze besefte op een gegeven moment wel dat het niet meer goed kwam. Ze zag dat hij niet helemaal meer zichzelf was, en daardoor kon ze hem niet zomaar aan zijn lot overlaten. Die onvoorwaardelijke trouw vind ik echt heel mooi. Maar ze is niet genoeg tegen hem ingegaan. Zeker in het begin heeft ze onderschat hoeveel invloed die mannen op hem hadden."
Klaas: "Het ging ook heel geleidelijk. Hij werd langzamerhand beïnvloed, en toen ze het echt in de gaten had was het te laat."
Marja: "Mijn collega's zeiden: Dit zou een voorbeeldcasus bij ons in de instelling kunnen zijn. Alle leden van het gezin hebben onder het gedrag van de vader geleden. Die man heeft echt uit het oog verloren wat normaal is, ik denk dat je kunt zeggen dat hij zijn vrouw en kinderen geestelijk een beetje heeft mishandeld."
Marjolein: "Ze hadden natuurlijk helemaal geen mensen om zich heen."
Klaas: "Ze leefden als gezin in hun eigen wereldje. En binnen dat gezin stonden ze eigenlijk ook allemaal alleen."