Geen badpakken, lange broeken of mouwloze jurken. Geen radio of televisie. Een strikte scheiding tussen de seksen zolang er geen sprake is van een huwelijk. De chassidische wereld waarin de Amerikaans-joodse schrijfster Pearl Abraham opgroeide, komt in haar romans tot leven. De auteur observeert, probeert te doorgronden, kan zelfs sympathie opbrengen voor de chassidische manier van leven, maar ze laat zich er niet door meevoeren. Ze neemt afstand en beschrijft. De godsdienst die ze zelf aanhangt, draagt een andere naam: literatuur.
"De locomotief spuugde zijn stoom al uit. Ze gingen. Er moet nog hoop in haar hart geweest zijn". Een levenslustige vrouw vertrekt uit Westerbork. Met zo'n duizend anderen. De hoop in haar hart vervluchtigt in Sobibor. Het zondagskind Koosje is een dinsdagkind geworden. Na de geciteerde regels volgt in de roman "Koosje, een dinsdagkind" van Merlyn Frank een opsomming -ijzingwekkend in haar soberheid- van de hoofdpersonen en hun levenseinde.
"De profeet Jesaja legt uit waaruit de wet werkelijk bestaat: uit liefde. Het jodendom heeft daar echter een systeem van regels van gemaakt, het christendom een wetenschap". Dat is het kernprobleem waar het in de korte roman van Lothar Schöne om draait.
Tot nu toe publiceerde Chaja Polak (1943) twee verhalenbundels en drie romans. In al deze werken is de holocaust 'als een jengelend kind' op de achtergrond aanwezig.
Subthema 'Joodse literatuur'
Literatuur over en door Joden vroeger en nu.