Hij oogt als een normale, wat stille jongen. Rustig, netjes, beleefd. Zijn Engels is uitstekend, zijn uiterlijk verzorgd. Niemand zou achter deze 13-jarige een straatjongen vermoeden.
Toch is het zo. Kesz komt uit een erg arme Filipijnse familie. Hij belandde al op zijn tweede op straat om te bedelen. „Ik weet wat het is om in een uitzichtloze situatie te zitten”, zei hij dinsdag in een kantoorgebouw in Amsterdam, waar hij de pers te woord stond.
De verwaarloosde en ernstig mishandelde Kesz rende op zijn vierde weg van huis. De dagen bracht hij op straat door, ’s nachts sliep hij in open graven van een begraafplaats. Hij liep constant gevaar ziek te worden, gewond te raken of in aanraking te komen met bendes die kinderen ronselen.
Op een ochtend zag sociaal werker Harnin Manalaysay hem opgerold in een deuropening van een winkel liggen. Hij nam Kesz mee, waste hem en zorgde ervoor dat hij naar school kon. Maar Kesz’ ouders waren minder te spreken over deze goedhartigheid. Zodra Kesz zijn gezicht liet zien, begon het geweld weer. De jongen mocht niet naar school gaan, hij moest terug de straat op.
Nieuw huis
Op zijn vijfde liep Kesz ernstige brandwonden op aan zijn rug en armen nadat iemand hem in een hoop brandende autobanden had geduwd. Niemand wilde de gewonde jongen echter helpen, waarop Kesz naar het huis van Harnin Manalaysay strompelde. Daar woont hij sindsdien.
„Een jaar later ben ik begonnen met vrijwilligerswerk voor andere straatkinderen, en toen ik 8 was begon ik de Championing Community Children, een eigen vrijwilligersorganisatie.”
Waarom? Kesz zoekt naar woorden. „Tot mijn zevende wist ik niet op welke dag ik jarig was. Meneer Harnin hielp me dat te ontdekken. Hij vroeg me welke cadeautjes ik voor mijn verjaardag wilde hebben. Dat was zo geweldig voor mij. Ik wilde dat doorgeven aan anderen. Daarom ben ik een project gestart met de naam Gifts of Hope. We delen speelgoed, snoep en slippers uit aan straatkinderen.”
Daarnaast geven de medewerkers van de Championing Community Children informatie over het belang van hygiëne, zoals tanden poetsen, handen wassen en douchen. Ook krijgen de straatkinderen lessen in het verzorgen van fruitbomen en groenten. „Veel straatjongeren stelen om in leven te kunnen blijven”, zegt Kesz. Wij proberen hun te leren eten te krijgen zonder te hoeven stelen.”
Veranderen
Het gezicht van de 13-jarige licht op als hij over zijn community praat. Het werk is erg belangrijk voor hem. „Ik wil dat andere straatkinderen voelen dat er mensen zijn die van hen houden en voor hen willen zorgen. We geven hun nieuwe moed en hoop. Dat maakt me blij.”
Of de situatie van veel straatjongeren ook daadwerkelijk verandert? „Veranderen is moeilijk”, weet Kesz uit eigen ervaring. „Als je op straat leeft, groei je op in een verkeerd milieu. Ik gebruikte bijvoorbeeld vaak slechte woorden. Ik moest veranderen van een straatkind in wat ik nu ben. Meneer Harnin heeft me daarbij geholpen. En mijn geloof in God. Meneer Harnin vertelde me over Hem. Nu kan ik de mensen vergeven die mij pijn gedaan hebben. Ik weet nu dat er een reden is waarom ik geboren ben. Er is een reden voor alles in mijn leven.”
Kesz is ontzettend blij dat hij gisteren de Internationale Kindervredesprijs gekregen heeft. „Ik dank God dat ik de mogelijkheid krijg om te spreken en dat Hij meneer Harnin gebruikt heeft om mensen zoals ik te helpen.” Enthousiast: „Ik wil de wereld veranderen, mensen vertellen over mijn boodschap: hoe jong je ook bent en in welke situatie je ook opgroeit, laat het je niet verhinderen de wereld te verbeteren.”
Kansen
Kesz klinkt als een professionele spreker. Maar als hij volgende week weer terug gaat naar de Filipijnen, moet hij gewoon weer naar school, zoals zo veel 13-jarigen in de wereld. Niet dat hem dat dwarszit. Hij is juist ontzettend blij met de kansen die hij krijgt door naar school te gaan. „Ik wil later dokter worden. Zodat ik met mijn kennis straatkinderen kan helpen. Op zulke simpele manieren kun je de wereld veranderen, dat weet ik zeker.”
Om privacyredenen wil Kesz niet met zijn volledige naam in de krant.
De Internationale Kindervredesprijs gaat jaarlijks naar een kind dat zich inzet voor de rechten van het kind, waar ook ter wereld. De prijs wordt uitgereikt door iemand die de Nobelprijs voor de vrede heeft gekregen. Dit jaar was dat Desmond Tutu. De onderscheiding is een initiatief van de Nederlandse organisatie KidsRights. Een onafhankelijk expertcomité beoordeelt de aanmeldingen en selecteert de winnaar. Het prijzengeld van 100.000 euro wordt door KidsRights aan projecten besteed die verbonden zijn aan het kinderrechtenthema waarvoor de winnaar zich inzet. De winnaar ontvangt financiële ondersteuning voor zijn of haar scholing.