Die kunnen hun geluk niet op. Twee jaar en twee maanden later krijgt het gezin een enorme klap te verwerken. Vader overlijdt op 29-jarige leeftijd aan een hartinfarct. Ondanks haar jonge leeftijd maakt dit diepe indruk om Mari-Lynn. „Ik weet nog dat er allemaal mensen in de slaapkamer van mijn ouders stonden te huilen.”
Twee jaar later hertrouwt haar moeder met een goede vriend van haar vader. Net als ze over hem vertelt, stapt hij de kamer binnen. Met pikzwarte handen. Samen met Mari-Lynns zusje heeft hij zojuist de kranten rondgebracht.
Andere achternaam
Haar moeders nieuwe man ziet Mari-Lynn als haar echte vader. „Mijn adoptievader heb ik nauwelijks gekend, daarom lijkt het net alsof papa mijn vader is.” Om het onderscheid te maken, noemt ze haar adoptievader ”papa Tony” en haar huidige vader papa. Ze draagt nog wel zijn achternaam: Veldhuisen.
Doordat Mari-Lynn een andere achternaam heeft dan de rest van het gezin, ontstaan er weleens misverstanden. Vooral met de telefoon. „Mensen hangen soms op als ik opneem en mijn achternaam zeg. Ze moeten dan Brouwer hebben in plaats van Veldhuisen. Even later bellen ze dan toch weer. Ook gebeurt het weleens dat bijvoorbeeld een klasgenoot mijn huis niet kan vinden, omdat mijn achternaam niet op ons naambordje staat.”
Haar moeder vertelt veel over ”papa Tony”. „Hij was dol op je”, glimlacht ze. Omdat Mari-Lynn nog klein was toen hij overleed, weet ze niet veel meer van hem. „Pas heb ik voor het eerst filmpjes gezien waar hij op staat. Dat was erg confronterend. Door die video’s voel ik extra dat ik hem mis, maar ik wil papa ook niet kwijt. Dat is dubbel.”
Compleet gezin
Nadat haar moeder hertrouwd is, krijgt Mari-Lynn er nog twee broertjes en een zusje bij. Het gezin is nu dus compleet, vindt Mari-Lynn. „We hebben van alles wat”, lacht ze. „Twee jongens, twee meisjes. Eén geadopteerd kind en drie eigen kinderen.”
Ze voelt zich niet anders dan de rest van het gezin. Dit is haar thuis, ze hoort hier, zo ervaart Mari-Lynn. In haar mail aan Puntuit schrijft ze over haar adoptieouders: „Ik ben in hun hart geboren.” Ze hoort er net zo bij als de kinderen van haar moeder en diens tweede man.
Mari-Lynn heeft nog veel contact met de familie van haar overleden vader. Daardoor heeft ze in Nederland eigenlijk drie families, die van haar moeder, vader en haar tweede vader. „Eigenlijk ben ik een bofkont”, zegt ze. „Ik vind het heerlijk, zo veel familie.”
"Ik zou graag weten of ik op mijn moeder lijk"
Echt, écht grote zus
Boven de bank hangt een grote foto van Mari-Lynn, haar zusje en twee broertjes. Is ze anders dan hen omdat ze geadopteerd is? „Zij is te netjes”, vindt haar zusje, die ook op de bank is neergeploft. Mari-Lynn en haar moeder schieten in de lach. Of dat nu met haar adoptie te maken heeft?
„Ik zeg weleens: „Dat heb ik van mijn moeder”, en dan heb ik het over deze moeder”, glimlacht Mari-Lynn. Haar karakter is vooral gevormd door haar opvoeding, denkt ze. De opvoeding door haar Nederlandse ouders.
Mijn broertje zei weleens: „Mari-Lynn, jij bent echt, écht mijn zus.” Zo voel ik me ook, als de oudste zus in dit gezin. En als een halve moeder”, grinnikt ze. Soms kan ze het niet laten om te moederen over haar broertjes en zusje. Dat nemen ze haar niet in dank af. „Je bent mijn moeder niet!” roepen ze dan. Gelukkig gaat dat niet ten koste van de band met hun grote zus.
Mari-Lynns biologische ouders wonen in Taiwan. Van haar moeder weet ze alleen de naam, van haar vader niets.
„Ik vind het jammer dat ik zo weinig van mijn biologische ouders weet, vooral van mijn moeder. Ik wil bijvoorbeeld graag weten hoe ze eruitziet en of ik op haar lijk.” Naar haar vader is Mari-Lynn minder nieuwsgierig. „Die is vanaf het begin al niet in beeld geweest.”
Contact opnemen met haar moeder kan via de adoptiestichting. Of ze dat gaat doen, weet Mari-Lynn nog niet. „Het kan gevaarlijk zijn voor mijn moeder om haar op te zoeken. Ze kan verstoten worden als haar man erachter komt dat ze een kind in Nederland heeft. Als ze getrouwd is tenminste. Dan zou haar hele leven op de kop staan.” Ook weet Mari-Lynn niet of haar moeder wel contact met haar wil. Daarom gaat ze voorlopig nog niet op zoek.
„Ik heb weleens gedroomd dat ik haar ontmoette. Mijn moeder was er ook bij. Deze moeder dus”, ze wijst naar haar adoptiemoeder, die zich af en toe in het gesprek mengt. „Ik droomde dat ik moest kiezen tussen mijn ‘gewone’ moeder en mijn biologische moeder. Toen koos ik toch voor deze moeder, zij is er altijd voor mij geweest.”
„Een hele geruststelling”, zegt haar moeder gekscherend. Mari-Lynn lacht.