Na de lagere school volgde wat toen nog de lagere technische school (lts) heette. Gerritsen koos, hoe kan het ook anders, de richting autotechniek. Na de lts ging hij aan de slag als leerling-monteur; later werd hij tweede monteur. In de avonduren verdiende hij bij met klussen. „In het oude kippenhok van mijn vader”, vult hij aan.
Een smeerput of een brug had Gerritsen niet. „Alles deed ik met de krik.” Avond aan avond „tot laat toe” en ook op zaterdag was hij in het kippenhok te vinden. Toen hij een vriendin kreeg, ging hij ’s avonds laat na het sleutelen naar haar toe. „Ze vond het niet altijd leuk, maar dat was de volgorde: eerst de auto, dan de vrouw.”
Ook in zijn huwelijk ging Gerritsen naast zijn werk overdag ’s avonds door met sleutelen. „In het begin van ons trouwen hadden we een woning waar geen ruimte was om aan auto’s te werken. Dus toen deed ik het nog bij mijn moeder. Later kregen we een flat met een garage en kon ik gewoon thuis klussen.”
Na de flat volgde een woning met garage aan de Langeweg en nog weer later één met een garage inclusief brug aan de Gazellestraat. „Moest ik voor die tijd alles op de grond doen, nu had ik een mooie uitrusting.”
In 1999 nam Gerritsen de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. „Ik had dat altijd al gewild, maar hikte tegen het behalen van de diploma’s aan. Toen een collega het patroon- en ondernemersdiploma haalde, dacht ik: Dat kan ik ook.”
Binnen een jaar had Gerritsen de papieren op zak en begon hij voor zichzelf. De eerste jaren werkte hij nog voor een deel in loondienst bij een garage. Vanaf 2004 had hij voor de „sociale lasten in de tweede helft van de middag voor een paar uur een baantje bij de post.” „Dat heb ik twee jaar gedaan. Ik stopte ermee omdat ik merkte dat de klanten eronder gingen lijden.”
Sinds 2005 zit Gerritsen met een garage aan de Langeweg in Apeldoorn, waar hij als Mazdaspecialist alle soorten auto’s repareert, apk’s doet en handelt in tweedehands auto’s. „Ik zoek weer naar uitbreidingsmogelijkheden. Ik wil een onderkomen met een grotere showroom.”
In de huidige garage kunnen normaal gesproken misschien tien of twaalf auto’s staan, maar doordat alle wagens strak geparkeerd staan biedt de ruimte onderdak aan negentien auto’s. Buiten voor de deur staat er ook een aantal. „Ik heb ze liever binnen staan, maar meer kan ik er hier niet kwijt.”
Gerritsen zegt dat „je als garagehouder goedkoper dan de concurrent moet zijn en service en kwaliteit moet bieden.” „Dan komen de mensen terug”, voegt hij er in één adem aan toe. „De klanten komen van heinde en verre. Ik heb ze zelfs uit Zeeland. Dan brengen ze de auto bij mij en gaan ze zelf een dagje winkelen.”
Ondanks de kredietcrisis verdient Gerritsen een goede boterham met zijn garage. „Ik heb het goed. Ik ben nog altijd blij dat de mensen het me gunnen. Tegelijk heb ik gelukkig een goede gezondheid en heb ik nog iedere dag plezier in mijn werk. Geen dag is hetzelfde.”