Aan het begin van mijn toetsweek vindt de online open dag plaats. Wanhopig probeer ik op de vastgelopen site van de Vrije Universiteit van Amsterdam in te loggen. Na een paar zenuwslopende minuten lukt het mij om in te loggen.
Eenmaal ingelogd, kom ik erachter dat de universiteit alleen ter indicatie wilde weten welke drie studies ik interessant vind. Ik had me helemaal niet hoeven te beperken tot drie. Theoretisch gezien kan ik naar vijftig bachelors. In de praktijk kijk ik naar de tien bachelors die ik wilde. Dat had mij een avondje hoofdbreken gescheeld, als ik dit van tevoren wist.
In de chat staan studenten en docenten klaar om mijn vragen te beantwoorden, wat voor mij een verademing is. In een grote zaal weet ik niet of ik de moed had om al mijn vragen publiekelijk te stellen. En daar is al helemaal geen tijd om vragen te stellen over welke masters en minors je precíes kunt doen. Nu is ze daar alle tijd en ruimte voor en reageert drie man sterk op een vraag die ik stel.
Aan het einde van de avond ben ik verzadigd met de hoeveelheid mogelijkheden. De open dag bevat opgenomen stukjes en is helaas niet live. Het voordeel van zo’n online open dag is dat je naar zoveel voorlichtingen kunt gaan als je wilt, en de voorlichtingen – als het saai is – een stukje kan doorspoelen. Maar de sfeer proeven? Het enige wat ik die avond proefde was mijn moeders lasagne en die kan ik helaas niet dagelijks gaan meenemen naar de universiteit.