Ik arriveer stipt op tijd in de wachtkamer. Ik heb een tijdschrift meegenomen. Over het algemeen loopt de huisarts een halfuur uit. Elk bezoek zorg ik dat ik op tijd ben. Je zult het niet zien, als ik een keer te laat arriveer, dan loopt de huistarts voor op haar schema.
Nog geen minuut later verschijnt er iemand in de deuropening. In twee seconden neem ik haar op. Een grijze, oversized trui met een donkergrijze broek en zwarte laarsjes. Het doet me denken aan een muis. Ze begeleidt me naar een kamer en stelt zich voor als huisarts in opleiding, waarna ze me onderzoekt. Met een schuin oog kijk ik naar mijn fleurige bloemenrokje, dat in contrast staat met de outfit van de huisarts.
Ondertussen denk ik aan mijn eigen huisarts die er altijd fleurig uitziet. Een kledingkeuze waarin ik me goed kan vinden. Dat geeft me een vertrouwd gevoel. En dat is best fijn. Een huisartsenpraktijkbezoek is immers niet mijn favoriete uitje.
Ook al moet ik niet veroordelend zijn over een persoon waarvan ik alleen iemands uiterlijk zie, toch doet een eerste indruk veel met een mens. Ik maak de volgende afspraak weer bij mijn eigen huisarts, doordat haar outfit warmte en vriendelijkheid uitstraalt.
Na het bezoek aan de huisarts begrijp ik waarom de docenten op school er zo verzorgd uitzien. Ze zien er op het eerste gezicht leuk en aardig uit. Totdat je er uren bij in de les zit.