Terwijl ik in spanning wacht op de bewuste woensdag dat de online-lessen van start gaan, filosofeer ik hoe de lessen eruit gaan zien. Het lijkt me best leuk, een docent in zijn woonkamer die wat probeert uit te leggen aan de klas, terwijl je zijn kinderen al vechtend en gillend op de achtergrond ziet.
Helaas is dat een utopie. Woensdag open ik Teams, het programma waar we mee zullen gaan werken. Er staat vandaag helaas geen onlineles op de planning. Gelukkig ook weinig huiswerk. Wat mij betreft blijven de scholen nog drie maanden dicht. Maar dan open ik leerlingsysteem Magister. Ik zie lappen tekst en bijlages met informatie van hier tot China.
Snel klik ik terug naar Teams, een rustiger platform. Gelukkig heeft Teams een handige, leerzame en tijdrovende functie; videobellen met vrienden. Dat doe ik zo’n drie uur per dag. Terwijl ik bel, bliepen er mailtjes binnen van docenten. Docenten vormen een eenheid, werd altijd gezegd. Maar wie het lukt om in deze chaos van informatie orde te scheppen, verdient een pluim.
Dat we geen toetsen hebben, maakt me gelukkig. Bovendien wordt het huiswerk niet gecontroleerd. Nu hoef ik daadwerkelijk niets meer te doen, dacht ik. Maar die bewuste woensdag is nog niet om of in Magister staan de eerste deadlines. Opdrachten die ik moet inleveren voor het einde van de week. Met pijn in mijn ledematen aanschouw ik dat er volgende week nog zes van deze slopende uitdagingen staan te wachten. En die online lessen? Nowhere to be found. De enige docentenstem die ik deze week heb gehoord was die van mijn mentor. Hij belde om te vragen hoe het met mijn gebrek aan discipline ging. En voor ik het vergeet; een docent die boodschappen deed in de supermarkt waar ik werk, maakte een praatje. Verder is het erg stil.
Moeders roept, het is weer tijd om uitgelaten te worden in het bos. Aan qualitytime geen gebrek. We willen in drie weken tijd de afstand van hier naar China lopen. Nog 7488 kilometer te gaan. Jammer van de lessen die ik eigenlijk zou moeten hebben.