Elise van Heinsberg (12) uit Nieuwe-Tonge zou in de zomer met haar familie naar Oostenrijk op vakantie gaan. Maar door de coronacrisis gaat dat niet door. „We zouden met ons gezin, maar ook met mijn zus, haar man en drie kinderen, twee weken naar de bergen gaan. Uiteindelijk doen we het niet, want we vinden de risico’s te groot. We zouden dan met veel mensen in een huis zitten en dat is niet handig.”
Elise was in eerste instantie teleurgesteld toen de vakantie naar Oostenrijk niet door bleek te gaan. „We hadden toen nog geen plan B. Dan zit ik zeven weken lang thuis, dacht ik. Normaal gaan we elk jaar naar Oostenrijk, maar vorig jaar konden we niet. Juist daarom had ik dit jaar zin om er weer naartoe te gaan. Dat lukt dus niet. Gelukkig heeft mijn vader hetzelfde vakantiehuis vast voor volgend jaar kunnen reserveren.”
Elspeet
In plaats van naar Oostenrijk gaan Elise en haar familie nu een week naar Elspeet. „Het leuke is dat mijn broer en schoonzus, die dan net getrouwd zijn, ook meegaan.” De vwo-leerlinge van de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis komt uit een gezin met vijf kinderen. „Ik ga samen met een andere broer, mijn zusje en mijn ouders in een vakantiehuisje. Mijn zus in haar gezin verblijven in een ander huisje en mijn broer en schoonzus zullen overnachten in een hotelletje. We gaan veel dingen samen ondernemen, zoals wandelen in het bos.”
Als Elise in haar eentje of met vriendinnen op vakantie zou gaan, dan zou ze in verband met het coronavirus alsnog in Nederland blijven. „Stel dat er een tweede golf komt terwijl je in het buitenland zit. Dan zit je daar misschien wel vast, of je moet na thuiskomst twee weken lang in quarantaine. En in Nederland zijn ook leuke dingen te doen. In Elspeet gaan we bijvoorbeeld ’s ochtends een keer om half vijf uit bed om wild te spotten. En we zullen ons goed vermaken in de bossen.”
Gehandicaptenreis
Beekbergen zou de vakantiebestemming zijn voor Leanne Donselaar (22). Voor de vijfde keer zou ze als staflid meegaan met een reis voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. „Vanuit de vrouwenbond gereformeerde gemeente zijn er verschillende reizen voor geestelijke en lichamelijke gehandicapten.”
Leanne volgt de opleiding voor persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg. Ze gaat een dag in de week naar school en de andere dagen werkt ze bij Siloah. „Mensen zeggen weleens tegen mij: Je werkt al in de gehandicaptenzorg, zou je dan wel met zo’n vakantie meegaan? Maar ik vind het juist mooi. Het is prachtig om de deelnemers een fijne vakantie te bezorgen.”
De Zeeuwse vindt het daarom vooral voor de gasten jammer dat de vakantie niet doorgaat. „Voor hen is het echt een vakantie. En juist na deze coronatijd gun je het hun. Afgelopen tijd konden ze niks; niet naar huis, niet naar familie en ook geen bezoek ontvangen. De vakantie was echt iets om naar uit te kijken.” Doordat deelnemers uit het hele land komen en ze meestal tot de risicogroep behoren, is de kans op besmetting groter, vertelt Leanne. „En die anderhalve meter kunnen we niet handhaven.”
Goede sfeer
Andere vakantieplannen heeft Leanne nog niet gemaakt. Bang voor verveling is de inwoonster van ’s Gravenpolder niet. „Ik wandel veel, ik houd van lezen en afspreken met vriendinnen of een familiebezoekje brengen.”
Voor Leanne bestaat een ideale vakantie uit een afwisseling van ontspannen en bezinnende momenten. „Ik wil niet hele dagen op het strand liggen. Zo af en toe is het wel lekker om een strandwandeling te maken. En een stadje te bezoeken. En het samenzijn rondom de Bijbel vind ik een waardevolle toevoeging van een vakantie. Goede gesprekken vloeien daaruit voort.”
Leanne gaat de week in Beekbergen missen. „Het is een fijne en gezellige week. De sfeer is altijd goed en je ziet de gasten genieten. Ze zijn echt een weekje weg en wij, als staflid mogen voor ze zorgen. We proberen dagjes weg te gaan, we vertellen Bijbelverhalen en zingen psalmen.”
De groep die met een vakantie meegaat bestaat meestal uit zo’n twintig stafleden en dertig gasten. „Ik zou voor de vijfde keer met dezelfde mensen op pad gaan. Je bouwt een band met elkaar op. Ik zou iedereen aanraden om mee te gaan als staflid.”
Welke herinnering Leanne altijd bij zal blijven? „Zondags gaan we twee keer naar de kerk. Het verwondert mij hoe de deelnemers precies de kern uit de preek kunnen halen. Een ander mooi moment was toen er een zangavond was en een dominee een meditatie hield. Daarin zei hij: „Je moet bekeerd worden. Is er iemand bekeerd?” En de jongen die naast mij zat, zei: „Ik dominee. Dat wil ik zo graag. Ik verlang ernaar om de Heere te dienen.” Dat moment zal me altijd bijblijven.”