Je hebt technische bedrijfskunde gestudeerd. Op de arbeidsmarkt is veel vraag naar technici. Hoe komt het dat jij al maanden op zoek bent naar een baan?
„Ik ben op zoek naar een baan in het datamanagement. Inmiddels heb ik zo’n veertig à vijftig sollicitatiebrieven de deur uit gedaan. Uit de reacties blijkt dat bedrijven liever een opgeleide ICT’er of informaticus hebben dan een technisch bedrijfskundige. En mijn werkervaring kan ze ook niet overtuigen.”
Welke werkervaring heb je dan?
„Twee jaar heb ik bij een windturbinefabrikant gewerkt als service-engineer. Dat betekent dat ik bijvoorbeeld storingen in een windturbine probeerde op te lossen, vanaf kantoor, door de instructies te geven. Verder deed ik onderzoek naar allerlei storingen. Daarbij was de vraag: hoe kunnen we deze storing in het vervolg voorkomen?
Deze functie paste me goed. Ik zat veel op kantoor, maar werkte nauw samen met de technische mannen. Bij storingsonderzoeken bijvoorbeeld. Daarbij moest ik data analyseren, maar ook fysieke testen doen. Die combinatie van werken met m’n hoofd en m’n handen vind ik geweldig.”
Waarom werk je daar niet meer?
„Mijn functie verdween toen we werden overgenomen door een internationaal bedrijf. Mijn werkzaamheden waren bij die organisatie verdeeld over meerdere buitenlandse afdelingen. Ik heb toen nog een tijdje op een andere afdeling gewerkt, maar dat paste niet bij me. Toen mijn contract afliep, is in overleg is besloten het niet te verlengen. Dat was in het begin van de coronacrisis.”
Waarom heb je voor de studie technische bedrijfskunde gekozen?
„Je bent als technisch bedrijfskundige zijdelings met techniek bezig, maar dan zonder er vieze handen van te krijgen. Je bent de spil tussen theorie en praktijk. Daar word ik blij van.
Tijdens mijn studie kwam ik er trouwens achter dat ik het werken met m’n handen leuker vind dan ik dacht. Dat ontdekte ik door mijn bijbaan bij Jansen Poultry Equipment in Barneveld. Daar maken ze machines voor in kippenstallen. Ik moest aandrijfmechanismen van eierbanden in elkaar zetten. Misschien niet het meest uitdagende werk, maar ik genoot van het actief bezig zijn.”
Wat voor werk zoek je?
„Ik word vooral enthousiast van data-analyse en data-onderzoek. Dat is in jip-en-janneketaal: het verzamelen van de juiste cijfertjes, waarna je die bestudeert om trends, afwijkingen en onderlinge verbanden te ontdekken. Op die manier probeer je een vraag te beantwoorden of een probleem op te lossen. Het liefst heb ik een functie waarbij ik dat kan combineren met de praktijk. Maar een baan waarbij ik uitsluitend met m’n handen moet werken vind ik ook prima.”
Bij wat voor bedrijf zou je willen werken?
„Het hoeft niet per se een technisch bedrijf te zijn. Ik zou het ook gaaf vinden om mijn kwaliteiten in te zetten bij de technische dienst in een ziekenhuis. Als het maar uitdagend is en met onderzoeken of analyseren te maken heeft.”
Je geeft aan maximaal 32 uur per week per week te willen werken. Wat doe je die vijfde werkdag?
„Dan doe ik de administratie van de zorgboerderij van mijn ouders. En de inkoop en andere zaken die via de computer geregeld moeten worden. Dit wil ik blijven doen, dus daar ben ik die vijfde, en soms zesde werkdag mee bezig.”
Wil je bij een christelijk bedrijf werken?
„Het maakt me niet uit. Mijn ervaring is dat gesprekken met niet-christelijke collega’s soms waardevoller zijn dan met geloofsgenoten. Je zult met seculieren niet snel een zinloze discussie over leerverschillen hebben. Nee, uit nieuwsgierigheid vragen die collega’s waarom je bidt, en tot Wie. Dat zijn vragen die je uitlokken om iets over de kern van het geloof te vertellen. Dat is waardevol. Aan de andere kant kun je met medechristenen soms meer naar de diepte afsteken. Kortom: ik heb geen voorkeur.”
Wat is een zwak punt van je?
„Dat ik maar één programmeertaal ken. Python heet die. Ik zou graag nog andere talen willen leren.”
Ben je leergierig?
„Absoluut. Ik zoek altijd naar nieuwe dingen die ik kan bijleren. Nieuwe uitdagingen heb ik nodig om mijn energie kwijt te kunnen. Daarom ben ik nu bijvoorbeeld Spaans aan het leren. Gewoon, omdat het kan.”
Wat zijn andere karaktertrekken van Anne-Marijne?
„Stilzitten is niet mijn hobby. Ik vind het heerlijk om met vrienden allerlei activiteiten te doen. Hoe actiever, hoe beter. Ik ben voor veel te porren. Behalve voor bungeejumpen.
Nu denk je misschien dat ik een druktemaker ben. Dat is niet zo, hoor. Ik kan er ook ontzettend van genieten om alleen met m’n camera de natuur in te trekken.”
Reis je liever met de auto, of met de fiets en het ov?
„Haha, ik skate liever dan dat ik fiets. Maar dat is helaas niet zo praktisch. Als mijn werk ongeveer binnen 17 kilometer van Wekerom is, ruim ik mijn auto wel op en ga ik liever fietsen. Want ik wil wel goed bezig zijn voor het milieu.”
Weet jij een werkplek voor Anne-Marijne? Mail dan naar info@puntuit.nl
Door de coronacrisis zijn veel jongeren werkloos. Puntuit helpt hen aan een baan. Deel 3: Anne-Marijne van Vulpen.