Mijn vooruitzicht op deze dagen was; lekker van de zon genieten met een glaasje koud drinken, heerlijk. Het mondde echter uit in iets anders dan de verwachtingen. De zon vermijdend, zwetend achter een bureautje en vooral hopend dat het gauw afkoelt. Mijn hoop werd door de weerberichten de grond in geboord, want die vermeldden dat ook ’s nachts de temperaturen niet ver zouden dalen.
Vrienden uit Katwijk spreken in de groepsapp af hoe laat ze op het strand zullen zitten. Ik kijk er met jaloezie naar. Woonde ik maar in Katwijk. Wat zou het heerlijk zijn om op het strand te zijn,
Gelukkig zit ik diezelfde avond nog op het strand. Niet in Katwijk, maar dichter in de buurt van Lisse. Samen met mijn moeder, oma, oom en tante genieten we van een frietje in de verkoelende schaduw van een gebouw. We zitten midden op een trap, maar bovenaan hangt een touw die de doorgang blokkeert dus we nemen aan dat we daar wel kunnen zitten. Maar even later staat er een man bovenaan de trap die ons vriendelijk verzoekt weg te gaan met de woorden: „Jullie blokkeren mijn opgang.”
We vragen aan hem waarom we weg moeten gaan, er hangt toch een touw bovenaan de trap? „Die hing daar net, inderdaad”, is het antwoord. Eén blik naar boven laat ons zien dat het ondertussen is weggehaald. We schuiven een eindje op, zodat de mensen die naar boven zouden willen gaan ons kunnen passeren. Een kwartier later is er nog niemand voorbij gekomen en lachend om het feit dat niemand de trap wilde gebruiken lopen we richting de zee.
Rinder Bouma (14) zit in het derde jaar van zijn vwo-opleiding aan het Driestar College in Leiden. De violist uit Lisse schrijft voor Puntuit columns over het scholierenbestaan in coronatijd.