Haagse bronnen meldden maandag dat het kabinet dit woensdag bekendmaakt. Voorwaarde voor de versoepeling is dat het coronavirus de komende maanden niet oplaait.

„De vlag uit als dit echt gebeurt”, reageert bestuurder Van Putten van Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen. „We hebben ons redelijk kunnen redden, maar realiseren ons nu des te meer dat het onderwijs draait om het gesprek met de leerlingen, om ontmoeting waarin vorming plaatsheeft.”

Ook zijn collega Bergacker van het Driestar College in Gouda juicht de maatregel toe. „De leerlingen snakken ernaar. Een paar weken geleden stapte ik naar buiten en daar zaten vijf meisjes op een trap. Toen ik vroeg of ze net toetsen hadden gemaakt, zeiden ze dat ze in de examenklas zaten en allang klaar waren. Maar ze wilden elkaar zien. Leerlingen worden het thuiszitten echt zat. Dat beïnvloedt de sfeer, dus ouders juichen het ook toe als de scholen weer opengaan. We hebben veel complimenten gekregen, maar klachten zijn er ook. Dat is logisch: niet elk kind heeft zelfdiscipline en niet overal verloopt het even gezellig.”

„Sommige ouders hadden in plaats van het opgeven van huiswerk en het afnemen van toetsen meer lessen via livestream verwacht”, zegt Van Putten. „Anderzijds hoorden we hoe de centrale dagopening werd gewaardeerd.”

Niet alle leerlingen verlangen terug naar school, merkte Bergacker. „Een paar jongens uit het praktijkonderwijs zeiden dat ze thuis fijn hadden gewerkt. Heerlijk op de tractor...”

Samenklitten

Dat leerlingen na de zomer onderling geen afstand meer behoeven te houden, sluit aan bij de praktijk, zegt Bergacker. „In school is het keurig geregeld, met pijlen op de grond. Maar buiten klitten de jongeren samen en ze fietsen gezellig naast elkaar naar huis. Afstand houden werkt bij hen gewoon niet.”

„De afstandsnorm staat zover af van de relationele instelling van de mens dat het bijna ondoenlijk is die te handhaven”, zegt ook Van Putten. „Afstand houden is wezensvreemd aan wat mensen willen, en zeker jongeren. Ze vergeten het stante pede.”

Moeilijk is het na de zomervakantie voor docenten die om medische redenen tot de risicogroep behoren. „Daar gaan we echt over nadenken”, zegt Bergacker.

Hoofd en hart

Docenten hebben hun handen vol nu ze een deel van de klas voor hun neus hebben zitten, terwijl de overige leerlingen de les online volgen. „De leraren maken er echt wat van, maar ze hebben het wel zwaar”, zegt Bergacker. „Dat geldt ook voor de leerlingen. Microsoft Teams is een prachtig hulpmiddel, maar als je er zes uur achter elkaar achter zit, word je er dol van.”

Van Putten citeert de uitspraak van een pedagoog die hij las: „Het is net of deze werkwijze meer druk zet op het hoofd en het hart dreigt leeg te laten.” „Daarvoor moeten we waken, met name in de bovenbouw en op havo en vwo, waar meer accent op de leerresultaten ligt”, zegt de Pieter Zandtbestuurder.

De huidige situatie levert volgens Bergacker nieuwe inzichten op. „Wellicht zijn delen van het onderwijs ook later langs digitale weg te geven. Maar niet de hele dag.”

„We hebben de waarde van ICT ontdekt”, beaamt Van Putten. „Software kan het onderwijsproces ondersteunen, maar dan zo dat je nóg meer tijd hebt voor intensief persoonlijk contact met leerlingen, in een soms kleinere groep.”

Of de thuiswerksituatie invloed op de resultaten heeft gehad, is volgens beide bestuurders nog niet te zeggen. „Sommige leerlingen zullen achterlopen; er zijn er ook die juist sneller dan normaal door de stof zijn gegaan.”