Dat blijkt uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit waarover ScienceGuide vorige week berichtte.

Met name vrouwelijke havisten kiezen sinds de invoering van het leenstelsel eerder voor een studie met een hoog verwacht salaris. Als gevolg van het leenstelsel krijgen studenten niet langer een ‘gratis’ basisbeurs, maar moeten ze het geld voor hun beurs lenen.

Omdat aankomende studenten een hogere eigen bijdrage leveren aan de studiekosten, is het volgens de onderzoekers aannemelijk dat jongeren een kosten-batenafweging maken waarin ook factoren zoals arbeidsmarktperspectief en verwacht salaris een rol spelen.

In vergelijking met de periode voor het leenstelsel kiest 3,1 procent van de havogediplomeerden voor een studie met een hoger startsalaris. Een laag startsalaris bedraagt 2100 euro per maand en een hoog startsalaris 2600 euro.

De resultaten laten zien dat bij de keuze voor studies leidend tot een beroep met een hoog startsalaris er een aanzienlijk verschil is tussen mannen en vrouwen met een havodiploma. Terwijl 0,6 procent van de mannen vaker kiest voor een studie met een hoog startsalaris, bedraagt dit percentage voor vrouwen 5,5. Daardoor kiezen vrouwelijke havisten minder vaak voor het onderwijs en de zorg; daar liggen de aanvangssalarissen gemiddeld lager.

Eerder werd al bekend dat het leenstelsel er ook toe leidt dat studenten langer thuis blijven wonen, dat de studieschulden toenemen en dat de doorstroming van mbo naar hbo verminderde. Ook ervaren veel studenten door het nieuwe stelsel vaker mentale druk.