Mariël is sinds drie jaar wijkverpleegkundige bij Zorgstroom, een zorgorganisatie op Walcheren. Ze komt bij mensen thuis en geeft hen de zorg die ze nodig hebben. „Je kunt in dit beroep veel voor anderen betekenen”, vindt ze.
Dat het aantal erkende verpleegkundigen afneemt, is een betrekkelijk gegeven, vindt Mariël. „Het aantal BIG-geregistreerden wordt minder. Een BIG-registratie geeft duidelijkheid over de bevoegdheden van een zorgverlener, het register komt voort uit de Wet BIG, de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. Mensen maken een keuze of het voor hen relevant is om zich te laten her registreren. Als je niet meer werkzaam bent als verpleegkundige, maar bijvoorbeeld huismoeder bent, doe je onvoldoende ervaring op om bevoegd en bekwaam te blijven.”
De jonge Zeeuwse verpleegkundige ziet in haar omgeving niet dat het aantal BIG-geregistreerden afneemt. „Bij ons op de werkvloer is iedereen bevoegd en bekwaam en hebben de verpleegkundigen een BIG-registratie. Op de werkvloer is geen afname te zien van het aantal geregistreerde verpleegkundigen. Daarnaast is hier in Zeeland een flinke instroom van nieuwe afgestudeerde verpleegkundigen.”
Voldoening
Het werk van wijkverpleegkundige geeft voldoening, zegt Mariël. Het moeilijkst vindt ze de verzorging van mensen in hun laatste levensfase. „Dat maakt altijd weer veel indruk op mij. Ik wil stervenden de beste zorg geven, maar ik weet dat die zorg maar van korte duur zal zijn. Dat is intensief. Voor ons werk is inlevingsvermogen onmisbaar. En je moet met mensen kunnen omgaan, in al hun verscheidenheid.”
Als wijkverpleegkundige onderhoudt Mariël nauwe contacten met huisartsen, maar ook met familieleden en mantelzorgers van haar patiënten. „Die willen graag bij het zorgtraject betrokken worden, omdat ze de patiënt zelf ook graag een stukje zorg geven. En het is voor een wijkverpleegkundige fijn om te weten wat familieleden vinden van de acties en initiatieven die je wilt ontplooien voor je patiënt.”
Het liefst organiseert Mariël de zorg zo dat mensen hun huis niet uit hoeven. „We helpen de mensen zoveel mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving. Dat is vooral voor oude mensen belangrijk. Als wijkverpleegkundige heb ik een zekere vrijheid om te bepalen hoeveel tijd ik besteed aan een patiënt. Zo kan ik mensen die oud, maar nog zelfstandig zijn, stimuleren om die zelfstandigheid te behouden. Dat is een kwestie van bewuste keuzes maken, kritisch kijken naar de manier waarop je de zorg verdeelt en mensen doordringen van het besef dat lang zelfstandig blijven een goede zaak is.”
Zowel jong als oud begroet Mariël altijd enthousiast tijdens haar bezoeken. „Ze zien uit naar je komst en de koffie staat altijd klaar.”