In 1618 staat de Nederlandse kerk op z’n kop. Twee groepen christenen gaan fel tegen elkaar in. De remonstranten, onder leiding van dominee Arminius, en de contraremonstranten, onder leiding van professor Gomarus. Daarom beleggen de Staten-Generaal een belangrijke kerkelijke vergadering: de synode van Dordrecht. Voor deze vergadering worden veel predikanten uit binnen- en buitenland uitgenodigd. Samen spreken ze over de vijf leerregels van Arminius. Is de leer van deze man waar? Of juist niet?
Inleiding
Hanneke Graveland is op bezoek in de pastorie van haar dominee. Samen met haar predikant buigt ze zich over de Dordtse Leerregels. Langzaam leest Hanneke de eerste, vrij ingewikkelde zin van de voorrede. In haar eigen woorden vertelt ze: „De inleiding van de Dordtse Leerregels begint met de zin dat de Heere Jezus Christus aan Zijn strijdende Kerk veel troost geeft. De belangrijkste troost is: „Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld.”” Hanneke kijkt haar predikant aan. „Wordt u ook weleens getroost door de Heere in uw werk?” Dominee Kater knikt. „Ja, en dat is telkens opnieuw een wonder. Hij laat mij zien Wie Hij voor mij persoonlijk blijft, ondanks al mijn zonden. Maar Hij troost mij ook in het werk dat ik mag doen. Soms vraag ik me af: Is mijn preek wel Bijbels? Of: Zijn er wel vruchten te zien op mijn werk als dominee? Juist dan geeft Hij telkens nieuwe moed. Hij zegt tegen me: Het is niet jouw werk maar Mijn werk, en Ik ben met u. Wat een troost!”
Conflict
Vierhonderd jaar geleden maakte de kerk een moeilijke tijd door. Op de hogeschool voor predikanten stonden twee docenten lijnrecht tegenover elkaar. „Een van hen, Arminius, werd vlak bij Waarder geboren. Hij was professor in de theologie en had dus veel invloed op toekomstige dominees.” Hanneke is benieuwd waarom er een conflict ontstond tussen de twee professoren: Gomarus en Arminius. „Dat leg ik je graag uit,” vertelt dominee Kater. Daarbij vertelt hij haar niet alleen wat Arminius en de remonstranten dachten, maar ook wat de uitkomst was van de synodevergadering in Dordrecht (zie kader).
Genade
Bij het vierde punt, over Gods onweerstaanbare genade, staat de Waarderse predikant langer stil. „De genade en de Heilige Geest kun je soms wel weerstaan, zoals Stefanus zegt (Hand. 7:51). Slordig omgaan met stille tijd is een voorbeeld van het weerstaan van de werking van Gods Geest.” Hanneke: „Ja, als ik ’s avonds moe ben en het Bijbellezen wil overslaan, lig ik niet lekker in bed.” „Toch lees je ook dat de Heilige Geest bij Saulus onweerstaanbaar binnenkomt”, vertelt dominee Kater. „Gelukkig werkt de Heilige Geest nog steeds onweerstaanbaar, waardoor ik met berouw over mijn zonden naar de Heere vlucht.”
Bidden en vasten
Hanneke leest verder in de Dordtse Leerregels. Het valt haar op dat er in de voorrede staat dat er voorafgaand aan de
nationale synode van Dordrecht door de kerken in Nederland wordt gebeden en gevast. „Gebeurt dat nog steeds voordat er een synodevergadering is?” vraagt ze zich hardop af. „Gebeden wordt er zeker,” beaamt dominee Kater, „het is belangrijk dat jij en ik dat ook doen, want Gods leiding is onmisbaar. Voorafgaand aan een synode vast ik eerlijk gezegd niet. Maar vasten is een Bijbelse zaak.” Is dat niet een punt om, in navolging op de Dordtse synode, eens aan te kaarten op de synode? Dominee Kater kan dat Hanneke niet beloven. „Vasten is op zichzelf Bijbels, als teken van afhankelijkheid, maar geen plicht. Het vasten waar we hier over lezen houdt ons wél een spiegel voor: weten wij ons even afhankelijk van God?”
Arminius/remonstranten en synode/Bijbelse leer:
1. Arminius: God verkiest de mensen van wie Hij vooraf al weet dat ze gaan geloven.
Synode: God verkiest zondaren niet op grond van hun geloof, maar op grond van Zijn genade.
2. Arminius: Christus stierf voor alle mensen, maar niet alle mensen worden met God verzoend.
Synode: Christus stierf voor alle uitverkorenen, daarom worden zij zeker met God verzoend.
3. Arminius: Je kiest zelf –uit vrije wil– voor de Heere Jezus.
Synode: Je gaat alleen in de Heere Jezus geloven wanneer je door de Heilige Geest wedergeboren wordt.
4. Arminius: Gods genade kun je tegenhouden. Als je God niet toelaat in je leven, kan Hij je niet genadig zijn.
Synode: Gods genade is onweerstaanbaar. Als Hij je roept, volg je Hem.
5. Arminius: Als je wedergeboren bent, kun je toch het geloof in de Heere blijvend verliezen.
Synode: Eenmaal wedergeboren = voor altijd wedergeboren. Daar zorgt God Zelf voor.
In 2018 is het 400 jaar geleden dat de Dordtse Leerregels zijn ontstaan. In de aanloop naar dit herdenkingsjaar spreekt de HHJO de komende maanden met jongeren en predikanten van diverse generaties over dit belijdenisgeschrift. Wat belijden wij? Vandaag deel 1: de voorrede van de Dordtse Leerregels.