Tom is net wakker. Hij smeert nog even een gelletje in zijn haar terwijl hij op luidsprekerstand zijn maat Thomas belt. Die zit op de fiets van Leerdam naar Leerbroek. „De journalist is er al.” „Oké, ik zal doorfietsen.” Puffend komt Thomas even later de keuken van Toms ouderlijk huis binnen.

De presentatie van de foodtruck laat nog even op zich wachten. De caravan staat zo strak tegen het huis dat de deur niet open kan. Met z’n tweeën versjouwen de 17-jarige vrienden de sleurhut. Met wat stenen zorgen ze ervoor dat het vehikel stabiel blijft. De deur kan nu van het slot. Thomas trekt een stroomkabel naar de caravan en versjouwt de popcornmachine. Hij foetert met een knipoog op de vuile vloer terwijl Tom de vette popcornmachine hekelt. Even stofzuigen, besluiten de jongens. „Voor de hygiëne.” De drie schilderijen met popcornplaatjes hangen ze op hun plek. Ten slotte slaan de vrienden de luiken open. De foodtruck straalt in vol ornaat. Rozerood met witte en gouden stippen.

Bubbelwafels

In eerste instantie wilden de mannen vanuit een pand in de binnenstad van Gorinchem bubbelwafels serveren. Maar de vaste lasten voor zo’n onderneming vielen tegen, vertelt Tom. Een foodtruck leek hen een haalbaarder optie. Geen huurlasten en staan waar je wilt. En ook: minder of geen last van regels, contracten en vergunningen.

De twee klusjongens met zelfverklaarde linkerhandjes tikken een oude caravan op de kop. „Het dak had waterschade, maar de basis was redelijk goed”, verklaart Thomas de keuze. Wel moet er flink wat verspijkerd worden. Bij de plaatselijke bouwmarkt spenderen de klussers honderden euro’s. Voor onder andere een nieuwe vloer, een dak en de verf.

Bij hun eerste verfpoging roeren de jongens het goedje niet door. Ook letten ze niet op de weersvoorspellingen. De volgende ochtend ligt de slecht aangebrachte saus in een plas water op de grond. Dus halen de onvermoeibare klussers nieuwe bussen. En deze keer doen ze het goed.

Thomas brengt dakplaten aan. „In mijn hoofd pasten de drie platen precies”, vertelt Thomas. „Dan valt het toch even tegen dat je een strook van 10 centimeter overhoudt. Maar om voor die paar centimeter een nieuwe plaat te gaan kopen, vond ik wat gortig.” „We zijn beter in het bedenken van plannen dan in het uitvoeren”, stemt Tom in.

Met de rozerode festivalkleur is de caravan duidelijk herkenbaar als foodtruck, meent Thomas. De luiken in de zijgevel maken het in zijn optiek helemaal af. Een zoektocht naar een smakelijk en goed verkopend product volgt. Met het huurpandidee is ook de bubbelwafel gesneuveld. Daarvoor is te veel stroom en apparatuur nodig. De creatievelingen vinden een alternatief: popcorn. „Iets waar we altijd nog een keer wat mee wilden doen”, zegt Tom. „Het is fascinerend spul”, ervoer Thomas. „Met één plof wordt de mais een heel ander product. En dan die geur; zodra je popcorn maakt, hangt in en om de foodtruck een warme, gezellige sfeer.”

Koksgevoel

„Popcorn maken is supersimpel”, beweert Tom: „Nadat ik de machine heb aangezet, doe ik net zo veel olie in het pannetje als mijn koksgevoel toestaat. Dan mik ik er zo veel mais in als ik nodig heb. Vervolgens voeg ik de helft van het gewicht van de mais aan suiker toe. Of meer, als ik in een goede bui ben. Na een paar minuten popt de corn vanzelf uit het pannetje.”

De popcorn moet een bijzondere smaak krijgen. Dus slaan de mannen aan het experimenteren. Het gebruik van kleurstof valt al snel af. De popcorn verkleurt, maar smaakt verbrand. In de supermarkt slaan de mannen allerlei producten in. Ze proberen onder andere de smaakcombinaties advocaat-lange vingers, bastognekoek-honing en yoghurt-cruesli. De bastognekoek-honing komt als beste uit de test. Een toef slagroom erop moet het afmaken. Hoe het smaakt? Tom: „Als een bom suiker.”

Op de presentatieavond van hun profielwerkstuk serveren de jongens zelfgemaakte popcorn vanuit de foodtruck. Bezoekers kijken ondertussen naar het filmverslag dat de jongens maakten. De ondernemers scoren 75 van de 100 punten en zijn daarmee tevreden.

De jongens verkopen de foodtruck. Met verlies. „Dat wisten we van tevoren”, zegt Tom. „Het geeft niet. Dit vergeten we nooit meer.”