Requireren is de masterstudent strafrecht én forensische criminologie op het lijf geschreven. Wat dat precies is? De officier van justitie requireert tijdens een rechtszitting. „Je houdt dan een requisitoir. Een toespraak –gericht tot de rechter– waarin je de feiten in de rechtszaak nog eens op een rijtje zet en op basis daarvan een strafeis uitspreekt.” Samen met tien studenten van andere universiteiten streed Lennart vorige week in de finale om de felbegeerde titel. Degene die het beste, sterkste requisitoir hield, zou er met de winst vandoor gaan.
Hoe Lennart erbij kwam om mee te doen? „Een kennis van mij deed al eerder mee. Haar verhalen maakten me enthousiast.”
Finale
Lennart belandde niet zomaar in de finale van de door het openbaar ministerie georganiseerde wedstrijd. „Je kon je online aanmelden. Per universiteit was er een voorronde, daar mochten acht studenten aan meedoen. Lennart won de voorronde van de Universiteit Leiden en kon zich gaan voorbereiden op de grote finale.
Die duurde twee dagen, vertelt Lennart. Op de eerste ochtend kregen de elf finalisten een debattraining. „Ik zat op de middelbare school op een debatclub, dus het meeste kwam me bekend voor.” ‘s Middags kregen ze een masterclass van een officier van justitie. „Dat was heel interessant. Je ziet dan ook wat zo iemand in zijn dagelijks leven doet.”
Na een etentje en een avondje netwerken met verschillende officieren van justitie was het tijd om te gaan slapen. „Dat lukte mij niet goed”, verklaart Lennart. „Ik was misselijk en dacht dat ik ziek begon te worden. Of dat van de zenuwen was, weet ik niet. Normaal gesproken heb ik daar geen last van.”
De volgende dag is Lennart weer de oude. In het gerechtshof van Amsterdam moet hij zijn beslissende requisitoir gaan uitspreken in een nagespeelde rechtszaak.
Dan komt de volgende ‘tegenslag’. „Mijn ouders en zusje zouden erbij zijn, maar die stonden in file. Net als de jury zelf trouwens. Gelukkig kon ik met iemand ruilen die later in de ochtend aan de beurt was. Ze waren dus alsnog op tijd.”
Pakkend
„De zaak in de finale ging over een man die flink hard door een buurt zou hebben geracet. Een andere man werd hier boos om en hield hem staande, pakte een ruitenkrabber en begon op de auto en de bestuurder in te slaan. Ook hier waren getuigen, dus de feiten waren duidelijk.” Daarom koos Lennart ervoor om in zijn toespraak niet alle feiten nog eens uitgebreid te benoemen. „Het is beter om dat gewoon kort te doen, de rechters hebben het dossier ook gelezen.”
Lennart heeft goed over zijn requisitoir nagedacht. „Ik begon met een pakkende inleiding. „Een dier kan geen pizza bestellen, maar een mens kan zich niet tegenover een buffel verweren”, zei ik. Je zag iedereen opkijken. Later legde ik uit dat mensen verbaal sterk zijn en zich daarmee onderscheiden van dieren. De man die met de ruitenkrabber sloeg, had dus eerst kunnen proberen de zaak met een gesprek op te lossen.”
Lennart eiste tien uur onvoorwaardelijke en dertig uur voorwaardelijke taakstraf, plus een agressiecursus tegen de man. „Normaal wordt in zo’n zaak zestig uur taakstraf geëist, maar in het dossier stond dat het conflict al drie jaar geleden speelde. Daarom heb ik wat van de straf afgedaan. Dat werkte in mijn voordeel, want niet elke finalist had in het dossier zien staan dat het incident al drie jaar geleden plaatsvond.”
Na zijn requisitoir mocht Lennart ook even bij de andere finalisten kijken. „Toen kreeg ik wel zelfvertrouwen. Er was er één die het me écht moeilijk kon maken. Van de rest dacht ik dat ze het minder goed deden, vooral bij de repliek.” Dat bleek, want Lennart kwam als winnaar uit de bus.
„Dat is fantastisch. Ik had het van tevoren niet verwacht, want die andere finalisten zijn ook niet zomaar voor de finale geselecteerd.”
Taalgebruik
Na afloop kreeg hij, net als de rest, feedback van de jury, die bestond uit verschillende officieren van justitie. „Ik werd aangesproken op mijn taalgebruik”, grijnst Lennart. „Ik probeerde mijn requisitoir zo te formuleren dat de verdachte het ook goed kon volgen. Met zo weinig mogelijk ingewikkelde termen. Dat vonden ze juist erg goed, maar soms het was op het randje.”
De rechters trokken bijvoorbeeld wel even hun wenkbrauwen op toen Lennart zei dat hij het niet normaal vond als iemand als een soort Max Verstappen door de buurt racet. Dat soort taal hoor je niet elke dag in de rechtbank.”
„Ik heb voor een deel gewonnen op mijn repliek”, vertelt Lennart. „De advocaat geeft een reactie op de requisitoir. Daarop moet de officier van justitie een repliek geven, een weerwoord. Dat is het moeilijkste gedeelte, want dat kun je niet voorbereiden. De kunst is om je aan je eigen betoog te houden, en niet met de advocaat mee te gaan praten.”
Onderzoek
Het mooie aan het beroep van officier van justitie vindt Lennart dat je als officier de waarheid boven tafel moet zien te krijgen. Je bent niet partijdig, zoals de advocaat. „Je bent intensief bezig met onderzoek naar de zaak en je stuurt bijvoorbeeld de politie aan. Dat lijkt me gaaf om te doen.”
De stap naar officier van justitie is nog wel een grote, want eerst moet je een aantal jaren ervaring hebben in het strafrecht. „Maar ik heb nu in ieder geval al contacten gelegd bij het openbaar ministerie”, lacht Lennart.