Tussen alle geparkeerde auto’s lijkt de paarsrode bolide van Marijn een groot uitgevallen scootmobiel. „Maar het is toch schitterend dat je op je zestiende al in zo’n autootje mag rijden”, glundert de Hoornbeeckstudent. Hij neemt plaats achter het stuur, doet de gordel om en steekt de sleutel in het slot. „Hij moet eerst even gloeien, hoor. Anders start de motor niet.”

Na krap twintig seconden begint het autootje te kuchen. Het gehoest klinkt steeds sneller tot er een regelmatig gebrom klinkt. Op het dashboard ligt een plaat met de tekst ”Kiek um goan”.

Marijn kocht zijn Aixam ruim een jaar geleden, voor 1750 euro. „Er waren op school heel wat jongens die erin reden. Het leek me ook wel mooi om zo’n auto te hebben. Ik wilde sowieso mijn brommerrijbewijs halen. Maar op een scooter zit je alsnog in de kou en de regen. Een auto is gewoon leuker.”

De student chauffeur wegvervoer heeft sinds een paar jaar veel interesse voor auto’s. „Nee, als kind kon het me niet zo veel schelen. Het is gekomen toen ik op het Van Lodenstein een richting moest kiezen. Ik koos voor mobiliteit en transport en sindsdien vind ik auto’s echt leuk, en nu vooral vrachtwagens.”

Onderhoudsbeurt

De dan 15-jarige inwoner van Woudenberg mag bij aanschaf nog niet in zijn Aixam rijden. „Zo had ik acht maanden de tijd om hem helemaal in orde te maken.” De auto kreeg een onderhoudsbeurt, de banden werden vervangen, de bumpers overgespoten en de filters vervangen.

Vanaf september 2019 mag de auto-liefhebber in zijn gepimpte wagen de weg op. Maar daarvoor moet hij hem wel laten verzekeren. Een duur grapje: „Ik betaal 140 euro per maand. Dat komt vooral doordat de meeste 45 kilometerwagentjes worden bestuurd door lompe jongens. Die maken nogal eens een ongeluk, en het gebeurt zelfs dat ze uit woede of baldadigheid ergens doelbewust op inrijden. Daarom zijn er weinig verzekeraars die het zien zitten met een Aixam.”

Verder kost een brommobiel weinig. Er hoeft geen belasting over betaald te worden en de brandstofkosten zijn laag. Marijns Aixam rijdt op diesel. Hij vult de tank voor zo’n 12 euro en kan er dan ongeveer 300 kilometer mee rijden.

De motor loopt, maar wegrijden kan nog niet, want de voorruit is beslagen. Om de luchtvochtigheid te laten dalen, draait Marijn het raampje aan de kant van de bijrijder open. „De ruit aan mijn kant is kapot. Die moet ik nog maken.”

Marijn repareert zelf alles wat stuk gaat aan zijn auto. Hij verving de accu al, en de rem achter. De gloeibougies en motorsteunen waren ook versleten. „Deze Aixam komt uit 1995, dus hij heeft wat ouderdomsgebreken.”

Als het zicht door de voorruit goed is, kunnen de remmen los. Marijn kijkt over zijn schouder, werpt een blik in de spiegels en drukt het gaspedaal in.

Met een kleine 50 kilometer per uur gaat de Aixam door Woudenberg. Horen en zien vergaat de bestuurder, die schokkend op zijn stoel zit. „De auto heeft maar één versnelling: vooruit. Daardoor is het toerental van de kleine motor heel hoog, en dat zorgt voor veel kabaal en gestamp”, legt Marijn uit. „Maar je went eraan.”

Met het grootste gemak manoeuvreert Marijn zijn kleine voertuig om de vele auto’s die veelvuldig langs de weg geparkeerd staan. „Ik ben maar anderhalve meter breed. Dat is soms wel een voordeel”, merkt de Aixambezitter op. „Het grote nadeel is dat je niet zo hard kunt. Voor mezelf maakt dat weinig uit, maar andere weggebruikers vinden dat niet leuk.”

Last van bumperklevers heeft de Woudenberger weinig. „Meer van mensen die me op onlogische punten gaan inhalen. Vlak voor een bocht of zo. Levensgevaarlijk.”

Nijkerk

In het eerste halfjaar legde Marijn 5500 kilometer af met zijn wagen. „Best veel, hè? Ik rijd vier dagen per week naar mijn werk, Dimetra in Scherpenzeel. Dat is een transportbedrijf waar ik in de loods help met laden en lossen. Verder ga ik er iedere donderdag mee naar school, het Hoornbeeck College in Hoevelaken. Maar ja, na de lessen ga je dan weleens met een maat naar de Jumbo. En dan breng je die vriend daarna naar huis. En zo ben je al snel heel wat kilometers verder.”

De verste bestemming die Marijn met zijn auto bezocht, lag 25 kilometer verderop. „Dat was Nijkerk. Daar ben je tussen een halfuur en drie kwartier mee bezig. Je mag niet op de snelweg, dus je staat voortdurend voor stoplichten en zo.” Navigeren als je een brommobiel rijdt, is goed mogelijk. „Je kunt bij Google Maps gewoon ”Snelwegen vermijden” aanzetten. Ideaal.”

Vanaf zijn achttiende wil Marijn een Volkswagen Golf. „Prachtig, vooral de oudere modellen. Maar tot die tijd ben ik dik tevreden met deze auto.”