Vanbuiten ziet het bouwsel eruit als een kasteel, vanbinnen is het een hotel. Gelukkig hangen de muren niet als los zand aan elkaar. Ze worden kunstig overeind gehouden met hout.
Tonnen zand waren er nodig om de wonderlijke sculptuur te bouwen.
Voor 150 euro per nacht kan de vermoeide reiziger zich –in een gewoon bed, dat weer wel– het zand in de ogen laten strooien. Wel lekker rustig, die kale, zachtgele wanden. Je hoeft je niet op te winden over smakeloos behang of ergerniswekkende kunst aan de muur. En op de grond ligt gelukkig gewoon vloerbedekking. Want zand tussen je tenen, dat slaapt niet lekker.
Het zandhotel vraagt veel onderhoud. Elke dag wordt het bed uitgestoft. En na een fikse regenbui moet de schade hersteld worden. Voor de gasten gelden strenge regels. Ze mogen niets aanraken, want het hotel zal maar als een zandkasteel in elkaar zakken. Snurken is wel toegestaan, maar niet te hard. De boel moet natuurlijk niet lostrillen.