Ze schrijven: "Met enige regelmaat ontstaat er debat over klimaatverandering. Zo betoogt de heer Berkhout in het RD (1-10) dat „we moeten stoppen met het naïeve denkkader in de CO2-doctrine”. Hij is niet de enige; ook anderen betogen dat de mens weinig invloed op het klimaat heeft of dat de gevolgen van klimaatverandering wel meevallen. De meerderheid van de wetenschappers geeft daarentegen aan dat klimaatverandering reeds merkbaar is en de mens actie moet ondernemen om het tij te keren. Wat ons betreft is die discussie echter totaal irrelevant voor de plicht van een christen.
Dat aandacht voor het milieu, het klimaat of de schepping nog altijd wordt gezien als een linkse hobby is een ernstige zaak. Want een christen die in gemeenschap met zijn Schepper leeft, heeft oog voor Zijn schepping. De psalmen bezingen niet zelden de schoonheid van de schepping, zoals David doet in Psalm 8. Ook in Psalm 19 eert hij God om de schoonheid van Zijn schepping: „De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.” Paulus leert in Romeinen 1:20 dat Gods hand duidelijk zichtbaar is in de schepping: „want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid.” Duidelijk is dus dat het horizontale aspect, liefde tot de schepping, onlosmakelijk is verbonden aan het verticale aspect, liefde tot de Schepper.
Bouwen en bewaren
Maar wat is de rol van de mens in Gods schepping? Dit maakt het vervolg van Psalm 8 ons duidelijk: „Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet.” De twee bekende woorden ”bouwen” en ”bewaren” uit Genesis 2 maken duidelijk dat de mens niet moet heersen als een dictator, maar als een liefdevolle, verantwoordelijke rentmeester. Een rentmeester heeft oog voor de schoonheid van de schepping. Maar hij ziet ook dat „het ganse schepsel tezamen zucht, en tezamen als in barensnood is tot nu toe” door de zonde van de mens (Rom. 8:19-22).
De zondeval heeft ons rentmeesterschap dan ook verzwaard. In de staat der rechtheid was ook de aarde geheel volmaakt. Nu brengt diezelfde aarde om onzentwil doornen en distelen voort. Het is daarom veel te gemakkelijk aan ons rentmeesterschap te willen ontsnappen door te blijven steken in discussies over klimaatverandering. Ook al zou de mens geen enkele invloed hebben op het klimaat, dan nog moeten wij doordrongen zijn van het besef dat de Schepper recht heeft op een zorgzame houding van ons voor de schepping. Het moet ons niet in de eerste plaats gaan om de gevolgen van ons doen en laten, maar het moet gaan om het waarom van ons doen en laten. Dat waarom vindt zijn oorsprong in de liefde tot het werk van de Schepper, dat eens zo volmaakt was maar nu „tezamen zucht.”
Duurzame toekomst
In dat licht mag rentmeesterschap geen abstract, vaag begrip zijn, maar een levende werkelijkheid die zich uit in onze verantwoorde omgang met de schepping en de schepselen. Calvijn verwoordt dit praktisch en kernachtig in zijn Bijbeluitleg van Genesis 2:15: „Wie een akker bezit, moet de jaarlijkse vrucht ervan trekken en erop toezien dat hij de grond niet door zorgeloosheid laat uitputten. Hij moet zich erop toeleggen om die akker aan de nakomelingen over te dragen zoals hij hem heeft gekregen, of nóg beter bebouwd.” Ieder mens mag dus genieten van de schoonheid van de schepping, en de vruchten ervan. Maar ieder mens heeft ook de verantwoordelijkheid om de aarde in goede staat door te geven aan onze kinderen. Daarom is een christen ook daadkrachtig in zijn klimaatbeleid.
Discussie over de rol van de mens in klimaatverandering mag nooit leiden tot een afwachtende houding. Dat betekent dat ieder persoonlijk zijn of haar leef- en consumptiepatroon moet aanpassen, dat bedrijven hun productieprocessen moeten verduurzamen en dat de overheid effectief beleid uit moet zetten om vervuiling af te straffen en vergroening te stimuleren. Christelijke partijen moeten hierin vooroplopen en zo laten zien dat liefde tot de schepping en de Schepper onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn!"