Een gesprek met Rosemyrtha (20) regelen, heeft de nodige voeten in de aarde. De verbindingen met Haïti zijn niet altijd even goed. Desondanks lijkt het via WhatsApp video uiteindelijk of ze naast je staat, in plaats van duizenden kilometers verderop.

Met typisch Latijns-Amerikaans enthousiasme en weidse handgebaren vertelt de Haïtiaanse dat het goed met haar gaat. „Dankzij de genade van God.”

Dat is wel anders geweest. Op haar zesde stond haar moeder Rosemyrtha noodgedwongen aan een tante af. Er was simpelweg niet genoeg geld om voor alle zes kinderen van het gezin te zorgen. Het was goed voor haar toekomst, hield ze haar dochter voor. Ze zou naar school gaan, een goede baan krijgen. Beter dan ze het thuis ooit zou kunnen hebben.

Niets bleek minder waar. Haar oom en tante gebruikten hun nichtje als hulp in de huishouding. En niet om af en toe een klusje te doen. Van de vroege ochtend tot de late avond was het Haïtiaanse meisje in touw om te werken.

„Ik was altijd de eerste die ’s morgens opstond en de laatste die ’s avonds naar bed ging”, vertelt ze. „Ik werkte alleen maar, uur na uur, hoe jong ik ook was. Ik deed het nooit goed en om het minste of geringste werd ik geslagen. Dat is slavernij in Haïti.”

Niet naar school

Rosemyrtha is niet de enige. Naar schatting 300.000 kinderen –vooral meisjes– leven in vergelijkbare omstandigheden. Vooral op het platteland kunnen veel ouders de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Noodgedwongen ‘verkopen’ ze hun kinderen aan rijke families in de stad.

”Restaveks” worden ze genoemd, deze moderne slaven. Ze mogen niet naar school, worden geïsoleerd, uitgebuit en in veel gevallen misbruikt. Het probleem is dat dit in Haïti een vrijwel algemeen geaccepteerde sociale praktijk is. Arme ouders krijgen niet zelden het onterechte beeld voorgespiegeld dat hun kinderen daadwerkelijk een betere toekomst krijgen.

Rosemyrtha wist haar ‘gastgezin’ te ontvluchten en werd opgevangen door Restavek Freedom. Met steun van stichting Woord en Daad zet deze organisatie zich in om slachtoffers van moderne slavernij in Haïti een betere toekomst te geven. Door middel van traumaverwerking, scholing en begeleiding bij het vinden van een baan.

Behalve dat ze als kind heel hard moest werken en vaak werd geslagen, wil Rosemyrtha vrijwel niets kwijt over haar ervaringen. Als ze wordt gevraagd iets meer te vertellen over haar dagelijks leven van toen, slaat ze zichtbaar dicht. Verdwenen zijn de brede lach en de spontane gebaren.

Met de armen over elkaar geslagen denkt Rosemyrtha lang na. „Ik heb er in het verleden veel over gepraat en gehuild”, zegt ze ten slotte. „Ik denk niet dat het me echt helpt. Ik praat eigenlijk alleen nog tegen mezelf. Ik probeer alles nog steeds aan mezelf uit te leggen.”

Maar wat zegt ze dan precies tegen zichzelf? „Ik weet precies hoe ik me voel; daar praat ik over vanbinnen. Vooral als ik me verdrietig, leeg en eenzaam voel. Tegelijkertijd houd ik mezelf voor dat het nu eenmaal is gebeurd. Ik kan er niets meer aan veranderen. Het is helaas een deel van mijn leven. Je krijgt niet altijd antwoord op de vraag waarom slechte dingen gebeuren.”

Vergeven

Gevoelens van wraak tegenover haar uitbuiters heeft de Haïtiaanse niet. „Wel ben ik af en toe nog boos en verdrietig over wat ze me hebben aangedaan, hoe ze me hebben behandeld. Ik zou ze graag willen vergeven. Ik doe zelf ook verkeerde dingen en heb daarvoor vergeving nodig. Ik heb nog wel eens contact met mijn familie gehad, maar ze zeggen dat ik alles heb gelogen. Ze hebben ook nergens spijt van. Dat maakt vergeven wel heel moeilijk.”

Voorlopig wil Rosemyrtha zich vooral op de toekomst richten. In de wetenschap dat die door God wordt geleid. „Hij bestuurt alles. Ik hoop dat ik Zijn plan mag uitvoeren. Ik weet dat Hij wil dat ik gelukkig ben.”

Volgens haar begeleider Adeline Bienaimée is Rosemyrtha weliswaar ernstig getraumatiseerd, maar is ze hoopvol over haar toekomst. „Ze is intelligent en ze volgt een opleiding. Onderwijs is echt de sleutel om vooruit te komen. Dat is lang niet voor iedereen weggelegd.”

Bienaimée wijst erop dat er nog 300.000 andere kinderen zijn zoals Rosemyrtha. „Allemaal geschapen naar het beeld van God. Ze hebben allemaal recht op leven, een gezin, bescherming. Maar de meesten weten niet wat liefde is. Wij proberen ze een klein beetje hoop te geven.”

Opvang restavecs

In Haïti vangt de organisatie Restavec Freedom kinderen op die door arme ouders aan familie of een rijk gezin zijn ‘weggeven’ of ‘verkocht’. De groep van circa 300.000 van deze ”restavecs” vormen de moderne slaven van het Latijns-Amerikaanse land.

Stichting Woord en Daad steunt deze organisatie, met het verstrekken van onderwijs, door bewustwording via kerken, scholen en leiders te bewerken, om dit cultureel geaccepteerde verschijnsel een halt toe te roepen. Het opvangen en begeleiden van deze kinderen is niet genoeg: Restavec Freedom wil samen met Woord en Daad deze praktijk stoppen.

Deze zaterdag beklimmen zo’n 180 deelnemers de Mont Ventoux, een sponsoractie waarvan de opbrengst bestemd is voor de restavecs. Zondag is het Freedom Sunday, waarop wereldwijd in kerken aandacht wordt gevraagd voor moderne slavernij.