Woensdagavond onthulde het onderzoeksprogramma Zembla dat vermoedelijk 70 procent van de duizenden adoptiedossiers van Sri Lankaanse kinderen uit 1980-1990 rammelt. Het adoptieverhaal klopt niet, geboortedata op paspoorten zijn doorgehaald en pasfoto’s vervalst. Broers en zussen blijken geen familie te zijn.

Dat laatste overkwam ook Marien. Hij wordt in januari 1995 als drie maanden oude baby geadopteerd door Ron en Arna Verleun uit Waddinxveen, via de adoptiebemiddelaar Kind en Toekomst.

Van jongs af aan weet Marien dat hij in Sri Lanka is geboren en dat zijn moeder daar niet voor hem kon zorgen. „Ook vertelden mijn ouders dat we –als het mogelijk was– een keer naar Sri Lanka zouden gaan.” Mariens ouders suggereren rond 2011 hun oudste zoon op zoek te gaan naar zijn biologische familie. „Ik was toen 16 en nadat ik erover had nagedacht, wilde ik dat best.”

Zoekopdracht

De Verleuns geven in juni dat jaar een zoekopdracht aan een Sri Lankaanse man. Hij lijkt tien dagen later succes te hebben. Hij stuurt foto’s van Mariens vermeende moeder, Rohini.

Vanwege de viering van het 25-jarig huwelijk gaat het gezin in 2012 naar Sri Lanka. Daar vindt een emotionele ontmoeting plaats met moeder Rohini en oudere broer Chaminda. „Rohini huilde, ik niet. Ik voelde vooral een band met mijn broer. Eindelijk was er een tussenstukje van mijn geschiedenis bekend geworden. Met Chaminda hield ik telefonisch wat contact in gebroken Engels. Met Rohini ook, maar zij spreekt alleen Singalees.”

De Verleuns, die in 1995 al hulpgoederen vanwege de tsunami naar Sri Lanka stuurden, richten in 2012 een stichting op die moeder Rohini een beter onderkomen moet geven. Dat huis wordt in 2014 gekocht en gerenoveerd.

Een jaar later lijkt er naast Chaminda een tweelingbroer van Marien te zijn. De Verleuns gaan dat jaar weer naar Sri Lanka, ook voor een DNA-test. Terug in Nederland volgt een grote teleurstelling: Rohini is niet Mariens moeder en Chaminda niet zijn broer. Vermoedelijk is baby Marien ergens in Sri Lanka omgewisseld met een ander kind. „Heel erg moeilijk vond ik dat. Het is nu onmogelijk dat ik ooit nog mijn biologische familie terugvind. Ik vind dat nog steeds heel lastig.”

Verder blijkt de stichting Rohini „een willekeurige Sri Lankaanse vrouw” aan een beter huis te hebben geholpen. Zij gelooft het slechte nieuws overigens nog altijd niet.

Toch dankbaar

Ondanks de mislukte zoektocht is Marien, mbo-student verpleegkunde, dankbaar voor zijn adoptie. „Ik ben in een leuk gezin grootgebracht en heb veel meer kansen dan in Sri Lanka. Bovendien bracht de adoptie mij onder de prediking van Gods Woord. Ik zie daarin Zijn leiding”, aldus Marien.