Als je op het Hoornbeeck College zit, is de kans groot dat je de komende weken een keer mensen van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) ziet binnenkomen. Deze christelijke vakbond startte vorige week met een zogeheten jongerentour en gaat de komende maanden alle locaties van het Hoornbeeck College langs. Woensdag was Apeldoorn aan de beurt.
De collegezaal zit nog niet helemaal vol als de laatste gast, Cor Verkade, binnenstapt. De aanwezige derde- en vierdejaars mbo-studenten hebben eigenlijk geen idee wat hun te wachten staat. Maar het publiek raakt al snel geboeid door het verhaal van de eerste gast die de RMU heeft uitgenodigd: Joke Overeem, directeur van hospice De Regenboog.
Stervende
Het wordt stil in de zaal als ze vertelt over een 28-jarige Turkse vrouw en haar zoontje van twee die in het hospice werden ontvangen. „Dat hummeltje liep bij ons door het gebouw terwijl zijn moeder stervende was. Dat grijpt je wel aan.” Hoe Overeem een professionele afstand bewaard terwijl ze zo dicht bij de dood werkt, vraagt presentator Riekelt Pasterkamp. „We willen op het moment zelf echt betrokken zijn. Na werktijd trek ik de deur achter me dicht en probeer de dingen los te laten. Dat is soms moeilijk, maar meestal lukt het wel.”
Overeem vat het werk in haar hospice met vier woorden samen: respect, betrokkenheid, gastvrijheid en deskundigheid. Dan kijkt ze de studenten, onder wie veel meiden die een zorgopleiding doen, aan en zegt: „Doe waar je goed in bent en doe het goed, wee de beste in je vakgebied en doe je werk van harte. Ik weet dat er zorgen zijn over de dalende werkgelegenheid in onze sector. Maar ik heb ik nog nooit gezien dat een écht goede zorgmedewerker werd ontslagen.”
Gehandicaptenzorg
Studenten die merken dat ze iets meer kunnen, krijgen van Overeem het advies om toch hbo-niveau te proberen. En kijk, dat is een kolfje naar de hand van Carolien van Maanen (19) uit Terwolde. Ze zit in het laatste jaar van de opleiding tot verpleegkundige met als specialisatie gehandicaptenzorg, en hoopt volgend jaar op het hbo verder te gaan. „Het advies van mevrouw Overeem is wel een bevestiging van mijn keuze”, aldus Carolien na afloop.
Of zo’n RMU-middag zin heeft? Carolien vindt van wel. „De sprekers hebben we gemotiveerd. Wat ik ook mooi vond, was de uitspraak om je talenten te volgen.” Daarmee doelt Carolien op de peptalk –ja, dat was het– van vastgoedondernemer Cor Verkade. Of, zoals hij zichzelf noemt: vastgoedbeleggingsfondseigenaar. „Wat doet u eigenlijk voor werk?” wil een student achter in de zaal weten. „Monopoly in het echt”, reageert de ondernemer. „Panden kopen en verhuren. In Nederland, maar ook in Amerika.”
Loonstrookje
De ondernemer beheert een vermogen van „enkele miljoenen.” Dat hij in een wereld werkt die naar geld stinkt, erkent hij. „Maar dat betekent niet dat je er als christen niet kunt werken. Je moet altijd eerlijk zijn en de klant als koning zien. O ja, ik mag ook tienden geven van mijn jaarsalaris. Ja, dat mág, dat is een voorrecht.” Natuurlijk willen de studenten weten hoe dat loonstrookje eruitziet.
Als er een bedrag van zes cijfers valt, is het niet verwonderlijk dat dit enige indruk maakt. Terwijl Verkade juist daar vandaan wil blijven en de studenten op het hart drukt dat ze hun talent moeten volgen. „In mijn leven is het gegaan zoals het ging. Eigenlijk wilde ik meester worden, maar mijn zus zei dat ik meer kon. Dus ben ik meer gaan doen. Vwo in plaats van havo en rechten in plaats van de pabo. Ik zeg het ook tegen jullie: Volg je talent en verdubbel het, zoals in de gelijkenis die Jezus uitsprak.”
Hoewel Verkade naar eigen zeggen in een „graai-, snaai-, naai-, en paaicultuur” werkt, richt hij zich liever op het „win-win-winprincipe van Johannes Calvijn.” Wat dat inhoudt? „God en je naasten liefhebben als jezelf en je talenten volgen zodat je ze kunt verdubbelen. En dat onder het motto: Het is beter te geven dan te ontvangen.”