Als je lokaal 111 op het Wartburg College in Rotterdam binnenstapt, hoef je niet te vragen welk vak hier gegeven wordt. Als je niet oppast, loop je tegen een zwartgelakte piano aan. Langs de muur staan keyboards, op de kasten staan een gitaar en een accordeon.

Tussen al die instrumenten vertellen Rianne Mulder (16, 6 vwo) en Christian Vermeulen (15, 3 vmbo) over hun passie. Rianne speelt dwarsfluit, Christian orgel. De beide jongeren, afkomstig uit Capelle aan den IJssel, bespelen dan wel een ander instrument, toch spreken ze dezelfde ‘taal’.

Dat blijkt al snel als het over sfeer gaat. „Een muziekstuk is een verhaal”, aldus Rianne. „Je moet zelf de sfeer aanbrengen. Een fluit kun je heel blij te laten klinken, maar je kunt er ook heel diepe en lage tonen mee spelen. Zo gaat een muziekstuk leven.”

Christian knikt instemmend. „Je kunt je emoties er ook goed in kwijt. De ene keer hard, dan weer zacht.” Wat zijn voorkeur heeft? Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. „Het liefst ga ik vol op het orgel, alle registers open.”

Puntjes op de ‘i’
Als het om emoties gaat, wil Rianne nog iets kwijt. „De muziek is er altijd. Ze luistert naar je en je kunt er als het ware alles in zeggen. Muziek is een goede vriend die me begrijpt.”

Rianne speelt nu ruim 7 jaar dwarsfluit. „Ik moet nog veel leren hoor”, voegt ze er snel aan toe. „Natuurlijk heb ik de basis wel onder de knie, maar bij de dwarsfluit gaat het vooral om de puntjes op de ‘i’. Als ik een klassiek stuk instudeer, merk ik hoeveel details erin zitten. Die moet je er wel goed uit kunnen halen.”

Na een paar jaar een basisfluit te hebben gehad, speelt ze nu op een Azumi. „Deze fluit heeft open kleppen, waar je prachtige glijtonen mee kunt spelen. Ja, dat is wel oefenen, maar als het lukt, is het prachtig. Ik krijg privéles van Lydia van Mourik die het conservatorium heeft gedaan. Voorlopig ben ik nog niet uitgeleerd bij haar.”

Zure appel
Toen Christian 8 jaar geleden begon met orgelspelen, moest hij door een zure appel heen bijten: noten leren. „Ik had er een beetje de balen van. Maar als je eenmaal over een bepaald punt heen bent, wordt het leuk. Orgelles krijg ik van Roeland de Reuver.”

Nu zit hij soms uren te studeren op een moeilijk stuk van Bach. Daar heb je een bepaalde techniek voor nodig, aldus Christian. „Je moet op het goede moment je hand op de juiste plek neerzetten, anders kom je niet uit. Ook mag je niet te ‘plakkerig’ spelen, maar ook niet te los.” Hij lacht om zijn eigen woorden en haalt even zijn schouders op. „Ik weet niet hoe je het anders uitleggen moet.”

Hobby
Thuis in Capelle aan den IJssel staat een orgel met Hauptwerk. Christian legt uit: „Het is een orgel waar je via de computer die erbij zit de klank krijgt van een groot orgel in een kerk. Zo hebben wij die van de Grote Kerk in Tholen erin zitten bijvoorbeeld. Dat klinkt prachtig. We zijn aan het sparen voor het orgel van de Bavo in Haarlem.”

Grootste plannen hebben de muzikale jongeren niet op het vlak van muziek. „Het moet een hobby blijven”, vindt Christian. Rianne is het daar helemaal mee eens. „Het is leuk om af en toe mee te spelen in een koor, maar ik wil niet elke dag met de dwarsfluit bezig zijn. En er bekend mee worden wil ik al helemáál niet.”