Dat blijkt uit een rondgang van het Reformatorisch Dagblad langs de zeven reformatorische middelbare scholen en het christelijke Ichthus College. De duur, bestemmingen en frequenties van buitenlandexcursies van tien jaar geleden zijn vergeleken met die van dit cursusjaar. Naast Europese hoofdsteden als Londen, Parijs en Rome worden landen als Griekenland, Hongarije, Israël, Uganda en Bangladesh tegenwoordig aangedaan. Ook blijkt dat er steeds meer uitwisselingen met christelijke scholen in het buitenland zijn.
Internationalisering is voor reformatorische scholen de belangrijkste reden om hun leerlingen vaker naar het buitenland te sturen. „In de maatschappij gaat internationaliseren vooral om kennisoverdracht en baankansen. Ten opzichte van openbare scholen onderscheiden wij ons met onze focus op internationaal christelijk burgerschap”, vertelt bestuurslid Jan Otte van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap. De excursies hebben op de meeste scholen daarom een vormend karakter.
De Onderwijsraad en de VO-raad benadrukken sinds 2016 het belang van aandacht voor internationalisering, maar zeggen niet expliciet dat scholieren meer naar het buitenland moeten. „We stimuleren scholen om leerlingen voor te bereiden op de steeds internationaler gerichte maatschappij. Hoe ze dat doen, moeten ze zelf bepalen”, zegt woordvoerster Linda Zeegers van de VO-raad.
Prestigereisjes
Buitenlandse excursies zijn ook prestigereisjes, denkt Eibert Jan van Leeuwen, gymdocent op het Van Lodenstein College en verantwoordelijk voor de excursies. „Reformatorische christenen kiezen steeds minder automatisch voor een reformatorische school. Daarom onderscheiden ze zich daarmee van de andere scholen.”
De zeven reformatorische scholen ondertekenden vorige maand het manifest ”Duurzaam doen”. Daarin spraken ze uit dat ze „een verantwoordelijkheid hebben naar onze Schepper en de schepping.” Een van de punten in het manifest was ”Verminderen van vervoersbewegingen”. Hoe rijmen scholen hun verre buitenlandreizen met dit punt uit het manifest? De meeste scholen hebben daar nog niet over nagedacht. De inkt is maar net opgedroogd, geven ze aan. Ze beloven echter voor de toekomst na te denken over „de meest duurzame en haalbare oplossing.”
„Onze reis naar Uganda bijvoorbeeld is op de langere termijn duurzaam”, stelt Jan Troost, excursiecoördinator van het Rotterdamse Wartburg College, locatie Guido de Brès. „Leerlingen zien daar de rijkdom van een sober leven, dat het hoort bij een christen en bij goed rentmeesterschap.” Of de leerlingen ook daadwerkelijk soberder gaan leven, kan Troost uiteraard niet garanderen.