Henrieke Hoogendijk-van Dam, mediapedagoog en onderzoeker bij Driestar educatief, ziet naast de zorgelijke uitkomsten iets bemoedigends in het onderzoek ”Jongeren en online veiligheid”, dat woensdag naar buiten kwam. „Veel jongeren zien hun ouders nog altijd als de belangrijkste bron voor kennis als het om onlinerisico’s gaat. En bijna de helft stapt naar vader of moeder als er iets vervelends is gebeurd. De rol van ouders is nog altijd belangrijk.”

De verschillen tussen reformatorische jongeren en hun seculiere leeftijdsgenoten rond mediagesprekken met ouders noemt Hoogendijk „voorzichtig verklaarbaar.” „In de gereformeerde gezindte heerst een ander normatief kader. Wij bezien gedrag vanuit de Bijbel. Dat betekent dat we verkeerde dingen als zondig benoemen. Bij refojongeren ontstaat daarom eerder schroom om over negatieve ervaringen te vertellen dan bij seculiere jongeren.”

Geslotenheid

Deze schroom kan echter ook leiden tot een bepaalde geslotenheid, geeft Hoogendijk aan. „Jongeren weten dat het referentiekader van hun ouders niet open is, maar als het goed is bepaald wordt door Gods Woord. Daarom kan het zijn dat jongeren ervaringen met bijvoorbeeld porno niet delen, uit angst voor afwijzing of veroordeling. Openheid is daarom belangrijk.”

Volgens ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort, wordt het belang van het stellen van regels onderschat. „Het kan toch niet zo zijn dat jonge mensen maar zelf kunnen uitmaken wat ze via de smartphone allemaal wel of niet doen? Ik erken dat hier, zeker als kinderen ouder worden, een lastig pedagogisch probleem kan liggen. Ik erken ook dat praten en met elkaar in gesprek gaan goed is. Maar laten we ook de moed hebben om richting jongeren duidelijke regels te stellen. Die hebben ze nodig.”

De predikant wijst op het „machtigste wapen” in de geestelijke strijd. „Gevouwen handen, worstelend aan de troon der genade voor onze gedoopte kinderen. De wereld heeft geen recht op hen. Ze zijn het eigendom van God, geleende panden. Ook refojongeren hebben een boos hart. Dat wisten we al, vanuit de Bijbel, maar dit rapport onderstreept dat nog maar eens. Toch moeten ouders moedig voortgaan in het opvoeden van hun kinderen. Biddend en met gebruikmaking van goede middelen.”

Sexting

Jongeren is in het onderzoek ook gevraagd naar hun mening over sexting: het verspreiden van seksueel getinte afbeeldingen en teksten via sociale media. Opvallend is dat reformatorische jongeren iets gemakkelijker over deze risico’s van sexting denken dan hun seculiere leeftijdsgenoten.

Volgens Hoogendijk ligt er voor ouders op het gebied van seksualiteit en media een belangrijke taak. „Vanuit de Bijbel is de boodschap helder: seksualiteit is verbonden aan het huwelijk. Als dat betekent dat het onderwerp vóór het huwelijk nauwelijks een plek krijgt, komen jongeren in de knel. Online heeft seksualiteit wél een grote plaats.”

Dat er verschil bestaat in de uitkomsten rond het bespreken van sexting tussen refojongeren en seculiere jongeren is volgens de Driestaronderzoeker verklaarbaar. „Als een gezin televisiekijkt en er gebeurt iets op seksueel gebied in een film, hebben ouders een ‘natuurlijk’ moment om er over te praten met hun kinderen. Nee, dit is geen oproep om televisie te gaan kijken. Als christenen hebben we een veel rijkere bron: de Bijbel. Zet het mediagebruik en de seksuele moraal in het licht van Gods Woord.”