Leantine Schot (16), Waarde
„Met mijn gezondheid gaat het goed. Het afgelopen jaar heb ik twee scans gehad. Daarop was te zien dat het restje van de hersentumor stabiel is gebleven. De artsen in het ziekenhuis hebben gezegd dat het heel goed met me gaat en dat het bijzonder is dat ik al zo veel kan na zo’n zware operatie. Ik doe veel aan sport, zoals turnen, paardrijden en zwemmen, om mijn spieren weer net zo sterk te krijgen als voor de operatie.
Volgende maand heb ik weer een scan. Zoiets is altijd spannend, omdat je nooit weet wat eruit zal komen. De dokters hebben wel gezegd dat hoe langer de rest die er nog zit stabiel blijft, hoe kleiner de kans wordt dat hij gaat groeien.
Ook op school gaat het goed. Ik zit nu in het examenjaar en ga gespreid examen doen. Dit jaar doe ik in drie vakken examen en volgend jaar ook in drie vakken. Nog steeds woon ik in een pleeggezin in Waarde. Ik heb het daar goed naar mijn zin. Af en toe ga ik een weekend naar huis, waar ik erg van geniet.”
Klik hier voor het interview met Leantine in 2014.
Carolina Klaassen (19), Terneuzen
„Het verdriet van vorig jaar is veranderd in verdriet van nu. Het gemis van mijn vader wordt steeds meer voelbaar, omdat er zo veel zaken in het leven zijn die ik met mijn vader zou willen bespreken. Ik mis hem als het thuis gezellig is en in de gesprekken die we als familie onderling voeren.
Het went nog steeds niet om zonder mijn vader te moeten leven. Maar we moeten verder en dat proberen we zo goed mogelijk met elkaar als gezin te doen. We praten veel met elkaar en stimuleren elkaar door te zeggen dat mijn vader het ook zo gewild of gedaan zou hebben.
Af en toe vind ik het moeilijk dat andere mensen het vergeten lijken te zijn dat mijn vader overleden is, terwijl het voor mij elke dag nog moeilijk is. Aan de andere kant begrijp ik dat het leven van anderen doorgaat.”
Klik hier voor het interview met Carolina in 2014
Monika Prins (15), Krimpen aan den IJssel
„Na het interview op de Puntuitpagina van vorig jaar is het steeds beter gegaan met mij. Tot de zomervakantie kon ik maar vier dagen per week vier uur naar school. Ik moest gebracht worden, want ik was te moe om te fietsen. Gelukkig mocht het na de zomervakantie beter gaan. Nu kan ik weer hele dagen naar school en ga ik ook weer op de fiets.
Ik moet helaas nog steeds onverminderd veel medicijnen nemen. Pas als de ontstekingen in mijn lichaam tot rust komen, kan ook de medicatie afgebouwd worden. Een paar keer leek het zover te zijn in het afgelopen jaar, maar de artsen durfden een vermindering van medicatie uiteindelijk toch niet aan.
De injectie die mijn vader elke week aan mij gaf, dien ik mezelf nu toe. Dus als ik wegga, op kamp bijvoorbeeld, ben ik niet meer van anderen afhankelijk.
Ook zoek ik een baantje, maar helaas valt het niet echt mee om er een te vinden.”
Klik hier voor het interview met Monika in 2014.
Klik hier voor het interview met Sander in 2014.