Nooit had ze verwacht dat de nieuwe winkel zó echt zou worden. Lisanne den Toom (16) uit Sliedrecht straalt ervan op haar tweede werkdag in het nieuwe pand van het Marnix. Ze praat graag, maar werkt ondertussen goed door. Op dit vroege tijdstip zijn er nog geen klanten in de winkel.
Toch is er genoeg te doen voor de drie meiden en collega’s deze maandagochtend. Alle kleding sorteren en op maat hangen, prijskaartjes schrijven en ga zo maar door. Op de strijkplank naast de toonbank ligt zojuist binnengekomen kleding die Mariëlle Geluk (14) van een prijskaartje voorziet. Hoeveel zou dit spijkerrokje moeten kosten? Voor de zekerheid vraagt ze het aan de begeleider, een vrijwilliger die de leerlingen helpt met de dagelijkse gang van zaken in de winkel. „Doe maar één euro, antwoord die. We houden van kleine prijsjes.” Het duurste kledingstuk kost een tientje. Mariëlle: „Dan heb je een goede dikke winterjas. Maar de meeste kleren zijn véél goedkoper hoor!” Het werken in de winkel is „best wel leuk”, vindt de Dordrechtse. „Op school moet je leren. Hier kun je lekker werken.”
Mariëlle weet nog niet wat ze na het praktijkonderwijs wil gaan doen. „Ik zit pas in de tweede.” Lisanne zou later graag in een winkel willen werken. „Of in de zorg, ik weet het nog niet. Maar deze winkel is wel heel leuk. Ik heb ook stage gelopen bij de Albert Heijn. Maar hier is het kleiner en overzichtelijker.”
Christine Vink (17) uit Werkendam denkt niet dat ze in een winkel kan gaan werken. „Dan moet je een diploma hebben. Dat gaat mij niet lukken. Ik wil graag assistent-activiteitenbegeleider worden.”
Genoeg gepraat, daar komt de eerste klant van vandaag de winkel binnen. Zoekend kijkt de mevrouw om zich heen. Dan ziet ze waar ze moet zijn, op de jongensafdeling. „Mijn jongens verslijten zo veel broeken”, zucht ze. „Vooral bij de knieën gaan de broeken vaak kapot omdat mijn kinderen vallen. Hier koop je zo een paar goede broeken voor de prijs van één nieuwe.”
En dat bewijst ze even later als ze bij de toonbank komt. Ze wil vijf broeken én een paar slippers afrekenen. Christine staat al klaar om het in te pakken. De stapel is zo groot dat ze het artikel over twee pakjes moet verdelen.
Collega Lisanne rekent ondertussen uit wat de kleding kost. Drieënhalve euro voor een spijkerbroek, vijf voor een beige broek. „Tweeëntwintig euro alstublieft”, zegt ze beleefd. Als de klant heeft betaald, zijn de kleren ondertussen keurig ingepakt door Christine. „Veel plezier met uw aankoop”, zegt ze netjes. „En nog een fijne dag verder”, vult Lisanne aan.
„Dat was pas een rekensom”, verzucht Lisanne als de klant de winkel uitstapt. „Heel goed gedaan hoor”, complimenteert praktijkonderwijsdocent Annemarie Heijboer (36) haar. „Ik zag dat je geld teruggeven lastig vond. Zullen we dat nog een keer oefenen?” Graag, knikt Lisanne.
Lisanne laat een klant een kledingstuk zien. Achter in de winkel sorteren Mariëlle (l.) en Christine binnengekomen kleding.
Een uitgekomen droom
Profijt, de tweedehands kledingwinkel aan de Max Gootelaan in Dordrecht, opende twee weken geleden de deuren. „Al jaren wilden we een winkel”, verklaart praktijkonderwijsdocent Annemarie Heijboer (36). „Nu is het er dus echt van gekomen.”
Het nieuwe pand van de Marnixlocatie van het Wartburg College staat op nog geen 100 meter afstand van het hoofdgebouw. Het gebouw biedt ook leerlingen van de pro-opleidingen techniek en groen een ervaringswerkplaats.
De winkel is tijdens de schoolperiode op maandag, woensdag en donderdag ’s ochtends geopend. De kleding wordt ingezameld door leerlingen. De opbrengst van de verkoop gaat de komende twee jaar volledig naar Stichting Woord en Daad.