Hoe heb jij Q-koorts opgelopen?
„Op mijn vijfde verhuisden we naar Megen, in Brabant. Daar heb ik de ziekte opgelopen. Aan het eind van onze straat stond een geitenboerderij. Daar kwamen gewoon schoolklassen op excursie, terwijl de geitenhouder wist dat zijn dieren ziek waren. De bacterie kwam door de lucht aanwaaien."
Hoe beïnvloedt deze ziekte je leven?
„Ik kan niet meekomen met de maatschappij. Buiten school om heb ik weinig energie om nog andere dingen te doen. Ik ben gestopt met voetbal, waterpolo en reddingsbrigade. Mijn vrienden zie ik nu vooral online, als ik game.”
Hoe ziet jouw schoolleven er uit?
„Ik zit op een speciale school in Arnhem. Iedereen heeft daar wat. De een heeft autisme, de ander een psychische ziekte. Er is een ander meisje met Q-koorts. Op maandag, woensdag en vrijdag ga ik tot halfeen naar school. Dinsdag en donderdag tot halfdrie. Na schooltijd doe ik soms nog wat aan mijn huiswerk. Dan ga ik douchen, eten, gamen en dan slapen.”
Wat typeert jouw karakter?
„Ik ben optimistisch. Mijn vader en moeder hebben me opgevoed met de instelling dat je nooit moet opgeven. Dus dat doe ik ook niet. Ik zie altijd het beste in mensen en ben over het algemeen vrolijk.”
Opgeven, is dat verleidelijk?
„Soms wel. Vroeger had ik iedere dag fysiotherapie om mijn conditie op te bouwen en mijn spieren aan te sterken. Ik deed goed mijn best. Maar dan werd ik weer eens ziek, omdat ik iedere griep meepak. Ik kreeg koorts, hoofdpijn, buikpijn, moest overgeven. Als ik dan twee weken later was hersteld, kon ik weer opnieuw beginnen met de fysiotherapie.”
Waar haal je de energie vandaan om door te gaan?
„Ik doe leuke dingen en geef niet op. Het kan altijd erger.”
Wordt het erger?
„Ik hoop het niet, maar ik denk het wel. Op school ben ik dit jaar veel meer afwezig dan vorig jaar.”
Zo’n honderd mensen zijn overleden door Q-koorts. Denk je daar wel eens over na?
„Ik zou kunnen sterven door deze ziekte. Maar daar denk ik niet over na. Mijn moeder werkt op een zorgboerderij. Daar komen en wonen mensen die met extra aandacht, ritme en regelmaat hun leven weer op de rit proberen te krijgen. Sommigen zijn uitbehandeld in de psychiatrie, anderen hebben een verslavingsverleden. Ik heb daar stage gelopen, en zou later ook zulk werk willen doen. Ik ben zorgzaam en help graag mensen.”
Loop jij tegen vooroordelen aan?
„Ik ben best aanwezig in de lessen en praat heel veel. Sommige leraren twijfelen er dan aan of ik wel echt moe ben. Maar ik doe zo actief om maar even niet de vraag te krijgen hoe het met me gaat.”
Vinden mensen je zielig?
„Af en toe. Als we een tussenuur hebben, bieden andere leerlingen aan om wat voor me uit het automaat te halen. Ik snap dat ze het vragen, maar ik kan het zelf, dus ik doe het zelf. Ik vind mezelf niet zielig.”
Dit is Q-koorts
Q-koorts is een infectieziekte die schapen en geiten bij zich kunnen dragen.
Patiënten lopen de ziekte op als ze de lucht waar de bacteriën inzitten, inademen. De kans dat dat nu nog gebeurt, is klein, want de dieren worden verplicht gevaccineerd.
Mensen kunnen elkaar niet besmetten.
De ziekte verloopt bij elke patiënt weer anders.
Van 2007 en 2010 raakten –volgens voorzichtige schattingen– ruim 45.000 mensen in Nederland met de ziekte besmet.
De meeste mensen die besmet raakten, merkten daar weinig of niets van.
Bij de meeste mensen gaat Q-koorts weer over. In Nederland zijn nog zo’n 4400 mensen chronisch ziek. Bij 519 van hen was eind 2018 een gevaarlijke vorm van Q-koorts vastgesteld. Ten minste 95 mensen zijn overleden door de ziekte.
Ondanks de behandelingen die er zijn voor chronisch zieken, verslechtert hun gezondheid steeds verder, blijkt uit onderzoek van het Radboudumc.