Peter: „Op 30 december vorig jaar waren we aan het carbidschieten op een stuk land, op zo’n 3 kilometer van ons huis. We begonnen ’s ochtends met z’n vieren. ’s Middags gingen we met z’n drieën verder. Mijn twee neven en ik. Bij carbidschieten doe je carbid in een melkbus. Je doet er water bij; het deksel gaat erop. Dan laat je de bus een minuut of tien staan. Binnenin wordt de druk dan goed hoog. Door een gaatje ontsteek je met bijvoorbeeld een rotje het mengsel in de bus. Als je het goed doet, geeft dat een enorme knal en vliegt het deksel een eind weg.
Wij schoten eerst met een bal boven op de bus. Die bal kan wel 30 meter omhoogvliegen. Op een gegeven moment gingen we verder met deksels, omdat de bal na enkele keren schieten kapot is. We hadden geen vergunning voor carbidschieten. Om een uur of halfvijf moet het ongeluk zijn gebeurd. Waarschijnlijk sloeg het deksel tegen mijn hoofd. Ik kan me er niets van herinneren.”
Moeder Marria van Manen: „Vuurwerk kan nog zo veilig lijken, maar het is heel gevaarlijk. Ik ben er bang voor. Vuurwerk afsteken is zonde van het geld en ook zonde in Bijbelse zin. Ik ga in de oudejaarsnacht de straat liever niet op. Ik hoop dat onze kinderen voorzichtig zullen zijn.”