Pfff. Alweer heeft de bus vertraging. Al drie minuten en dat bij deze halte… Dat wordt alleen nog maar erger. Chauffeur, rijd door! Stop niet voor oranje! Help, hoe kom ik nog op tijd op school? Terwijl verschillende opties in mijn hoofd opkomen, kijk ik naar de andere mensen. Zij lijken geen last te hebben van die vertraging. Of toch wel, een vrouw friemelt, duidelijk zenuwachtig, aan haar tas. Verderop kijkt een man steeds vluchtig naar de monitor voorin de bus en vervolgens naar buiten. Horloges hebben voor de meeste mensen ook ineens opvallend veel waarde.

Zei Ebenezer nu dat hij over een paar minuten komt? Dan duurt het nog wel een uurtje. En anders maar wat later, wat maakt het uit? Dan wachten we toch nog gewoon wat langer? ’t Is goed toeven onder de mangoboom. We hebben ten slotte alle tijd van de wereld. Wat nu niet kan, komt morgen wel. Of overmorgen. Dat kan allemaal, dat is allemaal prima.

Tsja, wat is nu handiger? De Nederlandse stresswereld of de flexibele Afrikaanse cultuur? In Nederland moet je alles: je moet naar school, je moet leren, je moet presteren, je moet het beste en beste uit jezelf halen, je moet stagelopen en je strak aan de tijdsplanning houden. Alles moet.

In Afrika mag alles: je mag een uur na de afgesproken tijd aankomen bij je afspraak (behalve als je die met een blanke gemaakt hebt, want ‘die zijn altijd zo van de tijd’), te laat op school komen is geen probleem, je mag anderhalf uur doen over drie optelsommen, je mag als leerkracht uit de klas weglopen, omdat er altijd wel een leerling is die de klas van je overneemt. Je mag ook leren, maar het hoeft niet. Het is je eigen keus, alleen eindig je misschien niet zo hoog op de maatschappelijke ladder. O, pech, maar geen probleem. Je doet wat je wilt en doet vooral niet meer.

Alles moet of alles mag. Beide werelden hebben zowel hun voor- als nadelen. Alleen slaan we er vaak in door, of het nu de ene of de andere kant is, het wordt ‘álles móet en álles mág’. Een scheutje flexibiliteit bij al dat moeten kan zeker geen kwaad. Een beetje meer tijdsbesef en zicht op het grotere geheel zou het ‘alles mogen’ ook goed kunnen doen. Wij hebben de klok, zij de tijd. Is dat niet een beetje te mixen?

Het zuchten en steunen, de zenuwen door je lijf voelen gieren bij vier minuten busvertraging, altijd bezig zijn, het voortdurend druk hebben, constante druk ervaren en haastig doen wat je moet doen... Dat kan gerust een stukje minder. Ruim een uur na de afgesproken tijd komen opdagen, overal meer tijd voor nemen dan nodig is, alle tijd verbruiken met nutteloze bezigheden gaat ook wel erg ver. Twee compleet andere werelden, beide op een zelfde planeet…

De kunst is een tussenweg te vinden. Het moeten flexibeler maken – en letterlijk stilstaan bij het woord mogen. Ik moet niet per se het maximale aantal woorden gebruiken; ik mag nu mijn column beëindigen.

 

Riet Meijers, Pabo-studente Driestar Hogeschool Gouda